Categorieën
Nieuwsberichten

TROUW: Herstel Utrechtse werven: ‘Wie niet investeert, verliest op den duur een rijksmonument’

Utrecht zet de komende jaren fors in op onderhoud van het negenhonderd jaar oude wervengebied. Werfkelders en -muren lijden zwaar door verkeer, woekerende boomwortels en achterstallig onderhoud. ‘In de middeleeuwen bestond veel meer collectieve verantwoordelijkheid.’

Het historische wervengebied in Utrecht is vergelijkbaar met altaarstukken uit de middeleeuwen, zegt stadsconservator René de Kam. Met dat verschil dat de eeuwenoude altaren alleen met handschoenen en speciale apparaatjes mogen worden beroerd en veilig weggeborgen zijn in het Centraal Museum. “Het wervengebied is net zo’n kunstwerk, maar daar loopt iedereen dagelijks overheen.”

Het wervengebied in Utrecht lijkt een vanzelfsprekendheid. Met ruim negenhonderd kelders, vier kilometer kade en een roemrijke geschiedenis is het – naast de Dom – de belangrijkste blikvanger van de stad. Maar de werven kampen al jaren met ouderdomsproblemen. Denk aan achterstallig onderhoud, schimmelige muren en scheuren door boomwortels en zwaar verkeer over de Oudegracht.

Moderne tijd

Werfkelders kraken onder de moderne tijd, zegt conservator De Kam. “Er is sprake van ‘normale’ veroudering, maar ook het gebruik ervan is door de eeuwen heen veranderd. Toen reden er handkarren en paardentrams overheen, nu zijn het vrachtwagens.” Voor de werven geldt hetzelfde als voor de Dom, zegt hij. “Je moet continu investeren om het erfgoed te behouden. Doe je dat niet, verlies je op den duur een Rijksmonument.”

Om dat te voorkomen zet de gemeente opnieuw fors in op herstel- en onderhoudswerkzaamheden. Kosten voor de gemeente en keldereigenaren bedragen de komende drie jaar 48 miljoen euro. Het volledige plan duurt dertig jaar en zal tussen de 450 en 550 miljoen kosten. Een ruwe schatting, want werken in erfgoed is onvoorspelbaar, aldus de gemeente: “Achter elke steen kan een verrassing vandaan komen.”

Wie de onderhoudskosten van de kelders moet betalen, is al jarenlang een punt van discussie. Moeilijkheid is het verdeelde eigendomsrecht. “Na de Tweede Wereldoorlog heeft de gemeente veel werven, werfmuren en -kades opgekocht”, zegt De Kam. “Het idee was om de onderhoudslast voor bewoners te verminderen en het belang van de monumentenfunctie te benadrukken.” Nu maakt dat de verantwoordelijkheidsvraag complex: keldermuren zijn gemeentelijk eigendom, maar binnenruimtes zijn van particulieren en bedrijven. “Het gebied is opgeknipt.”

Havenfunctie

Dit terwijl het gebied in de middeleeuwen juist fungeerde bij de gratie van collectieve verantwoordelijkheid. De werven hadden destijds een belangrijke havenfunctie en golden als economische A-locatie. Kooplieden losten er goederen –vis, bier, bakstenen – en sloegen ze op in de werfkelders. “Het functioneren van het gebied was dan ook van groot belang”, zegt De Kam. Particulieren waren elk verantwoordelijk voor hun eigen stuk werf, maar werkten wel nauw samen. “Dat moest ook: als Jan het er met de pet naar gooide, ging het ten koste van de zaken, dus zorgden buren ervoor dat hij zich goed gedroeg.”

Nu het collectief economisch belang is verminderd, ligt de kwestie ingewikkelder, ziet De Kam. “De verstrengeling van dat particulier bezit en openbare ruimte speelt daarin een rol. Een huiseigenaar zal eerder vinden dat de gemeente moet betalen als de grens tussen openbaar terrein en particulier eigendom diffuus is.”

De gemeente is voornemens de schade aan kelders door zwaar verkeer te betalen. Verder worden subsidiemogelijkheden onderzocht. Kosten voor het waterdicht maken van kelders moeten wel gedeeld worden met pandeigenaren, zo is het voorstel. De Kam heeft er twijfels bij. “Als enkele bewoners dwarsliggen, ontstaat al een probleem. Dan blijft het gebied kwetsbaar.” En ook na dertig jaar zal werfonderhoud altijd nodig blijven. “Het wervensysteem bestaat al generaties lang. De essentie is dat we ons daar met z’n allen voor moeten inzetten.”

“Als ik in de werfkelder rechtop sta, raakt mijn kruin het plafond. Sfeervol, maar als slaapkamer vind ik het te claustrofobisch. Ik gebruik de kelder als kantoor voor mijn drukwerkbedrijf. De locatie is heerlijk, aan de gracht is het heel rustig en groen tijdens de lockdown. Soms moet ik mezelf in m’n arm knijpen.

“In 2010 vonden we tijdens een verbouwing een ‘spookkelder’: een kelder die niet in het kadaster stond. Hoeveel daarvan nog in Utrecht bestaan, is niet precies bekend. Als kind stuitte ik al weleens op fundamenten bij het graven in de tuin, maar we dachten dat alles was volgestort. Toen we de kelder vonden hebben we de ruimte bij het huis betrokken. Dat was een ‘duivelsgeschenk’: bij slecht weer regende het in de kelder, het was een helse klus om ’m waterdicht te maken. Nog steeds hebben we een condensatieprobleem, maar goede ventilatie maakt een hoop goed.”

“Ik weet nog dat de ambtenaar vroeg: waar begint u aan? Maar ik wilde het. Ik kende de jazzkelders uit mijn jeugd, en ik dacht: als hier iets vrijkomt, begin ik er een theater.

“Ik wilde dat het theater de sfeer zou ademen van de jaren dertig en veertig, de tijd waarin cabaret nog in cafés plaatsvond. Algauw stonden Youp van ’t Hek, Bert Visscher en Hans Liberg hier. Ze vonden het een unieke plek. Het is ook fantastisch, ik heb er zelfs een lied over geschreven: Daar bij die grachten / zo dicht langs het water / daar onder die bomen / van de oeroude gracht.

“In het begin waren de suikerzakjes nog weleens vochtig. Dat is opgelost met een luchtcirculatiesysteem. De drankenboer komt inmiddels met de boot, zijn vrachtwagen mag de binnenstad niet meer in. Ik heb er geen moeite mee, zolang mensen gewoon naar ons theater kunnen komen. The show must go on.”

“Ik zit hier nu ruim vijfendertig jaar. Het is een inspirerende ruimte, ook vanwege de historie: ik heb gehoord dat de kelder vroeger werd gebruikt om lijken af te leggen, dat is een gek idee. Toen ik hier kwam werden de kelders amper gebruikt. Nu is er meer bedrijvigheid. Aan de overkant zit een muziekstudio, hiertegenover een textieldrukkerij. Er is ook meer toerisme.

“Mijn atelier heet De Moerbei, naar die grote moerbeiboom voor de deur. Aanvankelijk zaten we hier met drie kunstenaars, dat is bijna niet voor te stellen in zo’n kleine ruimte. Je kunt hier ook niet wonen, maar als atelier is het perfect. Mijn buurman woont wel in zijn kelder.

“Ik maak beelden van hout en steen, ook in opdracht. Soms vind ik hout in de omgeving van Utrecht, daar maken wij weer iets moois van. Ik werk vaak buiten, er komen regelmatig eendjes langs. Eentje heb ik Donald genoemd, de ander Katrien, die herken ik altijd.”

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:


Categorieën
Nieuwsberichten

Binnenstadskrant: ‘College verdraait uitkomst wervenrapport’

Bij de aanpak van de problematiek van werven en kelders, vertikt het college het om het principe van de omgekeerde bewijslast te omarmen. Dan is de gemeente, door het toelaten van zwaar verkeer boven de werfkelders, verantwoordelijk voor de schade. Tenzij die aantoonbaar de schuld is van de eigenaar. Dat schrijven Ilonka Cornelisse en Cees Hilberdink van IN KOOR aan het college. Zij reageren namens de bewoners en ondernemers van de Choorstraat op het raadsvoorstel over de toekomst van het wervengebied. Dat op zijn beurt is weer een reactie op het rapport van de Commissie van Wijzen. In sommige gevallen hebben B&W de schijn tegen en kan er sprake van een vuil spelletje zijn.

De keldereigenaren van de Choorstraat hopen dat de gemeenteraad erin slaagt B&W het ‘heilloze standpunt met betrekking tot de bewijslast’ te laten opgeven. Dat zou ook moeten gebeuren met het ‘automatisme’ dat de herstelkosten 50-50 voor de gemeente en de eigenaren zijn.

‘Het college beweert dat scheuren in keldergewelven, parallel aan de rijrichting, onder verantwoordelijkheid vallen van de eigenaren. De indruk wekken dat dit het standpunt zou zijn van de Commissie van Wijzen, is uw college evenwel niet toegestaan. De ‘Wijzen’ stellen juist dat schade aan kelders tal van oorzaken kan hebben. Sterker nog, zij stellen dat die oorzaken veelal binnen het gemeentelijk domein vallen.’

Het steekt de groep dat het college bij de 50-50-verdeling van de herstelkosten miskent hoe ingewikkeld individuele situaties zijn. De bestuurders lijken volgens de woordvoerders op ruzie aan te sturen, terwijl de verhouding met de betrokken keldereigenaren al zo slecht was.

‘Wat uw college evenwel niet kan en mag doen, is zich voor de rechtvaardiging van haar opvattingen verschuilen achter een aanbeveling van de Commissie van Wijzen die de ‘Wijzen’ niet hebben gedaan’, schrijven ze.  Ze wijzen er ook op dat in het rapport ‘De vergeten Burenplicht’ staat dat deze uitspraak niet algemeen geldt maar beperkter dient te worden opgevat. Maatwerk dus.

Sigaar uit eigen doos
Volgens Cornelisse en Hilberdink maakt het college er een potje als het verklaart  bereid te zijn de kosten van het herstel van de schade door zwaar verkeer en de fundering te betalen. ‘Wie anders? De keldereigenaren zijn immers niet verantwoordelijk voor het jarenlang gedogen van veel te zwaar verkeer over hun woonsteden of bezittingen. Nog bonter maakt u het, waar het de fundering van de wal – en kluismuren betreft. De toezegging dat de gemeente daarvoor de kosten draagt, is ronduit gratuite.’ IN KOOR noemt dat een spreekwoordelijke sigaar uit eigen doos.

De keldereigenaren constateren dat de bestuurders niet in zijn voor omgekeerde bewijslast. Ook al schrijft de Commissie van Wijzen dat veel mogelijke schadezaken niet aan de eigenaren te wijten zijn. Volgens IN KOOR is het college ‘doodsbenauwd voor het risico te moeten betalen voor herstelkosten bij schades’ waar de gemeente niets aan kan doen. ‘U prefereert de afslag naar het (juridisch) conflict boven de route naar een overlegstructuur; hoe moeizaam die in sommige gevallen best kan zijn.’ 

Juristerij
En dat terwijl, volgens de schrijvers, de gemeenteraad het college met de komst van de Commissie van Wijzen met zachte hand van dat juridische pad af wilde brengen.

De gemeente staat er bij keldereigenaren door het ‘geloof in juristerij’ niet goed op. De notitie van de gemeentelijke huisadvocaat voor de Commissie – die ervaren werd als poging tot beïnvloeding – heeft kwaad bloed gezet. Daarom waren de bewoners en ondernemers juist blij met de integere werkwijze van de Wijzen.

Ze slaakten een zucht van verlichting toen bleek dat de Commissie het college adviseerde om het lang gehuldigde gemeentelijke standpunt voorgoed te verlaten en te kiezen voor de ‘omgekeerde bewijslast’. ‘Niet uit compassie met een verdrukte groep burgers. Noch om een bestuurlijke nachtmerrie te verdrijven. Maar, als wij de ‘wijzen’ goed begrijpen, gewoon een advies, rustend op de wettelijke regeling van bewijsverdeling en wat een rechter in een concreet geschil over aansprakelijkheden in het wervengebied zou (kunnen) beslissen.’ Volgens IN KOOR weigert het college deze juridische feiten onder ogen te zien.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Commissie Van Wijzen Wervengebied

Notitie CvWW n.a.v. het Raadsvoorstel

Categorieën
Publicatie Gemeente Utrecht

Raadsinformatiebijeenkomst Wervengebied

Tijd: 21.30 – 23.00 uur


Beleidsveld: Openbare Ruimte/ wethouder Kees Diepeveen
Digitale raadsinformatiebijeenkomst: raadsleden gaan in gesprek met ambtenaren en met belangstellen en belanghebbenden uit de stad.


Agenderenden: Jan Wijmenga (CU), Tessa Sturkenboom (S&S), PVV-fractie, Erwin Virginia (GL), Bulent Isik (PvdA), Susanne Schilderman (D66), Erik van der Marel (VVD), Jantine Zwinkels (CDA), PvdD, Lisanne Snippe, Ruurt Wiegant (SP)


Motivatie:
De verwachting is dat het college het Raadsvoorstel Programmaplan Wervengebied eind april 2021 zal aanbieden aan de raad. Wethouder Diepeveen biedt aan om de raad via een RIB te informeren over de inhoud en context van het Programmaplan Wervengebied.


De fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PVV, GL, Pvda, D66, VVD, CDA en PvdD willen naast de toelichting door het college ook ruimte geven aan insprekers vanuit de stad om hun visie te geven op het Programmaplan en het gewenste herstel van vertrouwen tussen gemeente en woningeigenaren. Naast woningeigenaren en overige inwoners van de Binnenstad zouden we ook graag de commissie van wijzen uitnodigen. Deze recent een advies aan B&W en de raad heeft uitgebracht over het Wervengebied.

Categorieën
Keldergewelf

Brief aan Commissie Stad en Ruimte

Categorieën
Nieuwsberichten

AD: Teleurgestelde eigenaren werfkelders kritisch op herstelplan: ‘Utrecht legt financiële bal weer bij ons’

Eigenaren van werfkelders in de Utrechtse binnenstad zijn blij dat de gemeente ‘eindelijk erkent zijn burenplicht te hebben verzaakt’ bij het noodzakelijke onderhoud daarvan. Maar wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) krijgt er nog een hele kluif aan de ernstige vertrouwensbreuk met hen te herstellen.

,,Onderzoeken die zijn gedaan en verschenen rapporten waren steeds op de hand van de gemeente’’, zegt bijvoorbeeld bewoner Kees Adema van de Kromme Nieuwegracht. ,,Van onze bijdragen was nooit iets terug te vinden. We zijn keer op keer teleurgesteld en zo gaat het al jarenlang. Laten we hopen dat het dit keer anders loopt, maar we zien toch weer dat de gemeente de financiële bal toespeelt aan ons bewoners.’’

Diepeveen kwam vrijdag met een uitgebreid herstelplan voor het monumentale wervengebied. Dat richt zich de eerstkomende drie jaar op de meest urgente herstelwerkzaamheden in de binnenstad. Daarmee is 48 miljoen euro gemoeid. Het gaat concreet om werkzaamheden op acht plekken langs de Oudegracht en twee plekken op de Kromme Nieuwegracht. De wethouder wil daarnaast extra maatregelen nemen om te zwaar verkeer te weren, zoals camera’s, extra breedtebeperkingen en handhaving.

Waterdicht maken

Het wervengebied is 900 jaar oud en de wal- en kluismuren verkeren veelal in erbarmelijke staat. Alle schade herstellen gaat zeker dertig jaar duren en kost minimaal 450 miljoen euro. Over de vraag wie er voor deze kosten moet opdraaien zijn de meeste bewoners duidelijk: zij niet. Zéker niet diegenen die in het verleden al voor duizenden euro’s hebben gespendeerd aan het waterdicht maken van hun kelders die nu opnieuw beginnen te lekken – mogelijk als gevolg van het zware verkeer dat nog steeds wordt toegelaten. Zoals Ronald van der Krogt aan de Kromme Nieuwgracht: ,,De gemeente begint over een fifty-fifty verdeling van kosten voor het waterdicht maken. Maar bij ons zal de verdeling nul tegen honderd zijn; nul voor ons en honderd voor de gemeente.’’

Een paar maanden geleden schortte het Comité Werfkelders Oudegracht de samenwerking met de gemeente nog op vanwege ‘de vele blunders en manipulaties van gemeentelijke ambtenaren’. Woordvoerder Maarten van der Oever zegt nu blij te zijn met de toegestoken hand van Diepeveen. ,,Het is een doorbraak dat de gemeente eindelijk erkent dat ze het niet goed heeft gedaan in het verleden en dat er een samenhangende visie nodig is voor de toekomst. Eentje die alleen maar succes kan hebben als er intensief en goed wordt samengewerkt met de keldereigenaren en ondernemers in de binnenstad.’’

Kop van Jut

Ook Van der Oever plaatst grote vraagtekens bij de fifty-fifty-passage: ,,Zo’n algemene regel kun je niet opstellen, op z’n minst moet je situaties van geval tot geval bekijken.’’ Hij ziet ook weinig heil in de aanstelling van een ‘deskundige functionaris’ die moet bemiddelen in geval van schades: ,,Binnen de kortste keren is zo iemand kop van Jut.’’ Van der Oever bepleit een brede vereniging van keldereigenaren, die als spreekbuis zitting kan nemen in een stichting die zich ontfermt over de werven. ,,Dáár moet het vertrouwen herwonnen worden en dat zal niet meevallen.’’

Diepeveen komt met zijn plan van aanpak nadat een commissie van wijzen snoeihard oordeelde over het gemeentelijk beleid. De commissie stelde onder meer vast dat laksheid vanuit de gemeente er debet aan is dat er gevaarlijke situaties zijn ontstaan. Die zijn mede veroorzaakt door het zware vrachtverkeer dat over de grachten reed zonder dat er afdoende werd gehandhaafd. Over schade door te zwaar verkeer zegt Diepeveen nu: ,,We zien in dat we eerder en meer maatregelen hadden kunnen nemen om zwaar verkeer te weren en de fundering van wal- en kluismuren te stabiliseren. We zijn bereid het herstel van de schade door zwaar verkeer te betalen.”

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

Telegraaf: Half miljard voor herstel werven Utrecht: grote zoektocht naar ’spookkelders’

Wie als toerist naar Utrecht gaat zal waarschijnlijk twee dingen zeker bezoeken: De Domtoren en de gezellige terrasjes op de werven aan het water van de Oudegracht. De kans is echter groot dat er vooral steigers te zien zijn. De kosten om de historische binnenstad de komende dertig jaar te restaureren worden geraamd op een bedrag tussen de 450 en 550 miljoen.

De komende drie jaar wordt er alvast 48 miljoen gereserveerd.

Het complete wervengebied wordt grondig aangepakt, om te voorkomen dat de historische werfkelders en bijbehorende muren in Utrecht vergaan of zelfs instorten. Daarnaast gaat er actief gezocht worden naar spookkelders en de rechtmatige eigenaars ervan.

De Middeleeuwse kelders waren vroeger steegjes of opslagplaatsen voor brouwerijen, handelaren en rijke bewoners van de herenhuizen aan de Oudegracht, Nieuwegracht en andere wateren in de Utrechtse binnenstad.

900 kelders

De middeleeuwse kelders aan de Oudegracht zijn vaak in handen van restaurants. Wat weinig mensen weten is dat de bijzondere kelders door de gehele binnenstad voorkomen. Onlangs bleek dat er in de stad een groot aantal spookkelders is. Deze verborgen ruimtes kwamen aan het licht toen een document uit 1913 in de archieven werd gevonden waarin werd gesproken van meer dan 900 kelders, veel meer dan waar de gemeente van afwist.

Wethouder Kees Diepeveen: „We zijn op zoek gegaan met grondradars en duikers in de gracht en hebben gesproken met bewoners. Daaruit bleek dat sommige kelders inmiddels zijn volgestort, maar er kwamen ook leegstaande kelders aan het licht.” De gemeente werkt hard aan een openbaar Wervenkadaster. Duidelijk is dat 32 werfkelders in handen van de gemeente zijn en van wie de spookkelders zijn, moet nog blijken. Vaak lopen de ruimtes onder verschillende huizen door en is niet duidelijk wie aanspraak maakt op het eigendom of voor de kosten opdraait. Want een groot probleem is dat deze ruimtes niet onderhouden zijn.

Koud en nat

De kelders die wel in bezit zijn van eigenaren, zorgen ook voor zorgen. Veelal zijn de ruimtes koud, nat en kan er niet geventileerd worden. Ondertussen worden ze wel steeds populairder als woonruimte of gebruikt voor verhuur aan toeristen. Diepeveen: „De kelders zijn hier oorspronkelijk niet voor aangelegd. Ze kunnen waterdicht gemaakt worden, waardoor er geen aantasting meer is van het historisch erfgoed. Een stap verder gaat het helemaal vochtvrij maken, waarbij je een prettige leefomgeving creëert. Daarover gaan we in gesprek met bewoners en we kijken per locatie wat er gedaan moet worden.” De gemeente gaat experts inhuren die de eigenaren kunnen adviseren. De uiteindelijke kosten voor het waterdicht maken van de kelders worden waarschijnlijk 50/50 verdeeld.

De zogeheten unieke wal- en kluismuren zijn de gemeente al minstens tien jaar een blok aan het been. Het ooit ingenieuze stelsel in de oude stad blijkt niet bestand tegen de moderne tijd. Een waslijst aan problemen is aan het licht gekomen. Schade ontstaat vaak door een combinatie van verschillende factoren zoals veroudering, vocht, aanleg van kabels en leidingen, doorbraak van muren die de constructie aantasten en wisseling in grondwaterstanden.

Trillingen zwaar verkeer

In het gebied zijn vrachtwagens al niet meer welkom omdat de werven ook last hebben van trillingen die het zware verkeer veroorzaakt. Bewoners kunnen nog wel een ontheffing krijgen bij een verhuizing, ook blijven essentiële bevoorradingsroutes open.

Het grootste deel van het budget voor de komende drie jaar is al gereserveerd, de gemeenteraad moet nog instemmen met het vrijmaken van 9,4 miljoen euro. De kosten voor het onderhoud en herstel komen van de gemeente, eigenaren en subsidies. Daarbij probeert Utrecht ook Europese subsidie te krijgen voor het Rijksbeschermde Monumentale Stadsgezicht.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

DUIC: Nieuw megaproject in Utrecht: half miljard euro voor herstel wervengebied

UTrecht staat aan de vooravond van een nieuw megaproject. Het historische wervengebied moet de komende dertig jaar volledig aangepakt worden en daar is tussen 450 en 550 miljoen euro voor nodig. De afgelopen jaren is er al zo’n 50 miljoen euro uitgegeven aan het erfgoed, maar na kritiek op de werkwijze van de gemeente is het project nu uitgebreid.  

De Utrechtse werven zijn uniek. Nergens in de wereld in zijn de grachten zo opgebouwd als in onze stad. Het erfgoed moet behouden blijven en daar wordt al jaren aan gewerkt met het project wal- en kluismuren. Die werkzaamheden zijn in de stad elke dag te zien, nu wordt er bijvoorbeeld gewerkt in de buurt van de Vismarkt.

Maar er is een probleem, het project liep uit de hand; de kosten lagen flink hoger en het werk bleek veel meer te zijn. Daarbij speelden er ook steeds meer problemen op bij werfkelders en andere aanliggende bouwwerken. In de honderden jaren dat het erfgoed bestaat is er veel schade ontstaan. Er werd in 2019 op de rem getrapt en er kwam een onderzoek naar de werkwijze binnen het project.

De conclusies waren hard en vatten het falen van het project samen in drie oorzaken: het stelselmatig onderschatten van de complexiteit van het werk, het projectmanagement was niet op orde en verbetermaatregelen werden niet goed uitgevoerd en geëvalueerd.

Nieuw plan

Sindsdien is gewerkt aan een nieuw plan. Er werd een commissie van wijzen aangesteld, die onder meer signaleerden dat er een gebrek aan vertrouwen is van keldereigenaren in de gemeente. Er werd gesproken over een ‘vergeten burenplicht’, omdat de gemeente een afhoudende opstelling aannam.

Er is besloten om het project veel groter te maken. Niet alleen de wal- en kluismuren worden aangepakt, ook de aangrenzende werfkelders en andere bouwwerken. Alles om ervoor te zorgen dat het erfgoed behouden blijft.

Er ligt nu een plan voor de komende drie jaar, en een toekomstbeeld voor de komende dertig jaar. De komende jaren wordt er alles aangedaan om de meest urgente problemen aan te pakken. Daar is 48 miljoen euro voor nodig. De komende dertig jaar moet echt alles aangepakt worden, daar is volgens een grove schatting van de gemeente tussen de 450 en 550 miljoen euro nodig. Een deel van die kosten komt voor rekening van de eigenaren van werfkelders.

De komende drie jaar

Er is uitgezocht wat er de komende drie jaar moet gebeuren. Het gaat om herstelwerkzaamheden op acht plekken langs de Oudegracht en twee plekken op de Kromme Nieuwegracht. En om de extra maatregelen voor het weren van te zwaar verkeer, zoals met camera’s (vergelijkbaar met de milieuzone), extra breedtebeperkingen en handhaving. Het interventieteam dat handelt bij acute situaties blijft bestaan, zodat er waar nodig direct actie kan worden ondernomen. Ook komt er een wervenmeester die het aanspreekpunt is voor betrokkenen.

De komende dertig jaar

Het plan voor de komende dertig jaar is veel breder dan het eerdere project wal- en kluismuren en pakt alle onderdelen in samenhang aan. Dus niet alleen de wal- en kluismuren, maar alles wat ‘van gevel tot gevel’ van belang is voor behoud van erfgoed voor de komende dertig jaar. Daaronder valt onder meer de uitbreiding van de aanpak met het herstel van de Plompetorengracht en Drift, herstel van kelders en het weren van te zwaar verkeer. Als het werk over dertig jaar klaar is, hebben de wal- en kluismuren en de kelders voor honderd jaar geen groot onderhoud meer nodig.

Kosten

De kosten van 450 en 550 miljoen zijn een grove schatting en er is nog geen budget voor. Een deel van die kosten zal ook opgehoest moeten worden door de eigenaren van de werfkelders. Hoeveel dat is, is nog niet bekend.

De hele verhouding en samenhang tussen alle onderdelen van het project en de verschillende eigenaren is een flinke uitdaging. De gemeente is bijvoorbeeld eigenaar van wegen, werven, kades, bruggen, bomen en wal- en kluismuren. De werfkelders behoren weer toe aan de eigenaren en de daarmee verbonden grachtenpanden. De gemeente en de eigenaren moeten wel goed samenwerken om het project succesvol te laten verlopen. Daar kan natuurlijk discussie over ontstaan, wie verantwoordelijk is voor welke schade en wie de kosten daarvoor moet betalen.

De gemeente laat in ieder geval weten dat ze – net als de commissie van wijzen –  van mening is dat de kosten voor het waterdicht maken van de kelders 50/50 gedeeld moeten worden met de eigenaren. Overigens neemt de gemeente de volledige kosten van deskundigen op zich, die op voorhand onderzoek moeten doen naar de schade en schadeherstel. Maar de kosten van herstel is juridisch complex, zo schrijft de gemeente zelf ook. Ook zijn alle gevolgen nu gewoonweg nog niet te overzien.

Het plan is om een stichting op te richten waar de gemeente samen met de eigenaren in gaat zitten. Die stichting is opdrachtgever voor het herstel van de kelders.

Reactie wethouder

Wethouder Kees Diepeveen is blij met het plan dat er nu ligt. “Het is onze oude binnenstad die we met z’n allen willen behouden. De komende drie jaar leggen we de prioriteit bij de urgente zaken.” Volgens de wethouder is het verstandig dat het project veel breder is geworden. “We gaan echt van gevel-tot-gevel alles aanpakken. Het totaal van bruggen, werven, wegen en kelders moet meegenomen worden. De complexiteit zit hem in de samenhang, maar die samenhang is nodig om het erfgoed voor Utrecht te behouden.

Diepeveen vervolgt: “Het werk is over drie jaar natuurlijk niet klaar dus we kijken echt naar de toekomst. De komende dertig jaar zal er aan gewerkt worden.” Diepeveen noemt het totaalbedrag dan ook een grove berekening. “We gaan aan de slag met alles wat we nu weten en zullen steeds de nieuwe inzichten in de plannen betrekken. Het voorstel aan de raad is om een vierjarenuitvoeringsplan te maken en dat aan het eind van ieder jaar met een jaar uit te breiden, zodat nauwkeurig in beeld blijft wat er waar en wanneer moet gebeuren en hoeveel dat kost.”

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

AD: Hoofdpijndossier: minimaal 450 miljoen euro nodig voor herstel Utrechts wervengebied

Met een megaplan voor de aanpak van het 900 jaar oude wervengebied in de historische binnenstad van Utrecht hoopt de gemeente de erbarmelijke staat van de wal- en kluismuren onder controle te krijgen. Het complete project gaat zo’n dertig jaar duren. De totale kosten voor de gemeente en keldereigenaren wordt geschat tussen de 450 en 550 miljoen euro.

Het herstel van het erfgoed is al jaren een hoofdpijndossier. Rotte plekken, verzakkingen, scheuren in muren, de problemen zijn niet nieuw. Zou er niets aan gedaan worden, dan zouden de middeleeuwse kelders en werven letterlijk instorten. Om dit horrorscenario te voorkomen, werkt de gemeente al sinds 2013 met man en macht aan het herstel van het erfgoed. Maar de ene tegenslag was nog niet opgelost of de volgende diende zich alweer aan: verzakkingen, muren die slechter bleken dan gedacht en vooral ook: de kosten die almaar opliepen. 

In 2019 werd het project dan ook grotendeels stilgelegd. Het ingenieursbureau AnteaGroup onderzocht het project en velde na maanden een snoeihard oordeel: Utrecht heeft het herstel van de kademuren ernstig onderschat. Het projectmanagement was bovendien niet op orde en verbetermaatregelen werden niet goed uitgevoerd en geëvalueerd ,,Pas gaandeweg het project is een goed besef ontstaan van de complexiteit van het project en de onzekerheden die op het project van invloed zijn.’’ Een stevige koerswijziging bleek nodig.   

Meest urgente werkzaamheden

Het wachten was dan ook op een nieuw plan van aanpak dat vrijdagmorgen door wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks, openbare ruimte) werd gepresenteerd. Het plan brengt in beeld wat er de komende dertig jaar voor nodig is om het wervencomplex voor de toekomst te bewaren. Het plan richt zich op veiligheid, erfgoed en gebruik. Daarmee is de aanpak veel breder dan het eerdere project wal- en kluismuren. Zo worden de Plompetorengracht, de Drift, het herstel van kelders en het weren van te zwaar verkeer erbij betrokken.

Utrecht wil de komende drie jaar eerst met de meest urgente herstelwerkzaamheden in de binnenstad beginnen. Het gaat dan om werkzaamheden op acht plekken langs de Oudegracht en twee plekken op de Kromme Nieuwegracht. De stad wil daarnaast extra maatregelen nemen om te zwaar verkeer te weren, zoals camera’s, extra breedtebeperkingen en handhaving. Ook blijft het interventieteam, dat handelt bij acute situaties, intact, zodat waar nodig direct actie kan worden ondernomen. De kosten hiervan zijn 48 miljoen euro. 

Samenwerken heeft topprioriteit

Aan het projectplan is uitgebreid onderzoek voorafgegaan. ,,Dit laat zien dat het gebied nog complexer in elkaar zit dan gedacht.’’ Het gaat in totaal om 1,1 van in totaal 1,3 kilometer aan kluismuren waar nog aan gewerkt moet worden. Bij de walmuren gaat het om 0,9 kilometer van in totaal 4 kilometer. ,,Er is nauwe verwevenheid tussen verschillende onderdelen, zoals muren, kelders, water en wegen en daarmee dus tussen eigendom van bewoners, ondernemers en gemeente. Het is wat ons betreft topprioriteit om goed samen te werken met eigenaren, bewoners en ondernemers om ons historische erfgoed te behouden en versterken.’’ 

De gemeente wil een handreiking doen naar keldereigenaren. Deze eigenaren voelden zich de afgelopen jaren door de gemeente op tal van punten in de steek gelaten, onder meer door schade vanwege zwaar verkeer dat over de grachten kon blijven rijden. Bewoners aan de Kromme Nieuwegracht zeiden onlangs nog het vertrouwen op in de gemeente, ook bewoners aan Oudegracht waren boos. ,,Dit kunnen we alleen maar erkennen, we zijn als gemeente te afhoudend geweest’’, zegt Diepeveen. Hij is vastbesloten daar nu verandering in te brengen.  

Zo stelt Utrecht voor een door de eigenaren en de gemeente gezamenlijk aangewezen deskundige de oorzaken van eventuele schade aan kelders te laten vaststellen. De kosten voor dat onderzoek zal de gemeente op zich nemen. ,,Het doel is om met elkaar tot een zo eenvoudig en eerlijk mogelijke kostenverdeling te komen.’’ Een commissie van wijzen, die het college adviseert over de aanpak, stelt voor om de kosten voor het waterdicht maken van de kelders fifty-fifty te verdelen tussen gemeente en eigenaren. ,,Daar staan wij positief tegenover.’’

Wervenmeester

Ook is de gemeente van plan om een onafhankelijke derde in te schakelen om afspraken te maken tussen keldereigenaren en de gemeente over de samenwerking. Daarnaast wordt een advies van de commissie overgenomen om gezamenlijk opdrachtgever te worden voor het herstel van de kelders, ‘zodat sprake is van een gelijkwaardige positie’. Verder komt er op advies van de commissie opnieuw een wervenmeester, bij wie bewoners terecht kunnen met al hun vragen en meldingen over het wervengebied. 

Over de eventuele schade die is ontstaan door te zwaar verkeer stelt de wethouder: ,,We zien nu in dat we eerder en meer maatregelen hadden kunnen nemen om zwaar verkeer te weren en de fundering van wal- en kluismuren te stabiliseren. We trekken ons dat aan. We zijn bereid het herstel van de schade door zwaar verkeer te betalen.” De gemeente organiseert eind mei online bijeenkomsten met keldereigenaren, bewoners en ondernemers om in gesprek te gaan over de aanpak, het gezamenlijk opdrachtgeverschap en de samenwerking.

Als het werk over zo’n dertig jaar klaar is, dan zou het erfgoed er weer zo’n 100 jaar tegenaan moeten kunnen, maar er blijft dan wel altijd beheer en onderhoud nodig. De afgelopen jaren is er al een kleine 70 miljoen euro aan het herstel geïnvesteerd. Diepeveen erkent dat er nog veel werk ligt, maar hij denkt dat de gemeente het aankan. ,,We gaan het in partjes hakken. Nu kiezen we voor een driejarig plan, daarna moet het om vierjarenplannen gaan en dat aan het eind van ieder jaar met een jaar uit te breiden, zodat nauwkeurig in beeld blijft wat er waar en wanneer moet gebeuren en hoeveel dat kost.’’  

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

RTV Utrecht: Aanpak wervenstelsel gaat gemeente Utrecht en eigenaren honderden miljoenen kosten

De gemeente Utrecht wil een intensieve samenwerking aangaan met de eigenaren van de werfkelders in de binnenstad om zo het wervenstelsel langdurig te onderhouden. Die aanpak gaat de gemeente en de eigenaren de komende 30 jaar honderden miljoenen euro kosten. Dat heeft de gemeente vandaag bekendgemaakt.

In totaal schat Utrecht dat het herstel van het wervenstelsel zo’n 450 tot 550 miljoen euro kost in de komende 30 jaar. De komende 3 jaar is eerst 48 miljoen euro nodig om de schade aan de werfkelders aan te pakken. Dat is ruim 9 miljoen meer dan aanvankelijk werd gedacht. Volgens wethouder Diepeveen is dat bedrag hard nodig. “We willen de meest urgente stukken aanpakken, zoals 8 op de Oudegracht en 2 op de Kromme Nieuwegracht. Die samenhangende aanpak van gevel naar gevel vraagt ook dat waar dat nodig is, we de kelders gelijk meenemen.”

Volgens de gemeente is een intensieve samenwerking met de eigenaren nodig, omdat de gemeente zelf slechts 32 kelders beheert. De rest is in handen van bewoners, bedrijven en andere organisaties.

Vertrouwen
Het wervenstelsel met de kelders en de werfmuren is op sommige plekken in zeer slechte staat. Al jaren is de gemeente bezig om te onderzoeken wat er nou precies nodig is voor het herstel. Het overleg hierover met particuliere eigenaren verloopt moeizaam zeker als het gaat om wie nou verantwoordelijk is voor de kosten. Veel werfkelders zijn beschadigd door het zware verkeer dat over de grachten rijdt. Wethouder Diepeveen: “We erkennen ook dat we eerder hadden moeten ingrijpen.” De wethouder doelt hiermee op het vrachtwagenverbod waar niet iedereen zich aan houdt. Volgens de wethouder zijn er behoorlijk wat veelplegers.

Doordat er niet is opgetreden tegen het zware verkeer hebben de bewoners aan de grachten het vertrouwen in de gemeente verloren blijkt tijdens bewonersbijeenkomsten over het wervenstelsel. En dat wil Diepeveen nu terugwinnen. “We gaan tegemoet komen aan de eigenaar door te zeggen ‘We gaan jullie niet opzadelen met onderzoeken die nodig zijn. Die nemen wij voor onze rekening, maar wel in gezamenlijk opdrachtgeverschap. Door te zeggen dat bij het waterdicht maken we als vuistregel een 50-50 verdeling hanteren voor gemeente en eigenaar. En waar schade veroorzaakt is door het verkeer gaan wij dat voor onze rekening nemen.”

Handhaving
Het geld dat wordt vrijgemaakt voor het herstel van de werven gaat niet alleen naar het onderhoud, maar ook naar handhaving van het vrachtwagenverbod. Er komen camera’s om de pakkans te vergroten van overtreders, er komen meer handhavers en extra afsluitingen voor vrachtwagens. En als iemand alsnog een ontheffing wil voor het gebied zal de gemeente goed overleg voeren over hoe dat dan gaat gebeuren om te voorkomen dat er alsnog te zware vrachtwagens in het gebied komen.

De gemeente volgt op veel punten de Commissie van Wijzen die onlangs advies heeft uitgebracht over de aanpak. Zo komt er bijvoorbeeld ook nog een wervenmeester wat de commissie ook heeft voorgesteld.
De wethouder houdt wel rekening met juridische procedures. “Wij proberen door het zo eenvoudig en zo eerlijk mogelijk allemaal te doen dat we de hoeveelheid juridische procedures zoveel mogelijk beperken, maar we kunnen het nooit uitsluiten.”

Tijdens het onderzoek zijn veel zogenoemde ‘spookkelders’ ontdekt waarvan de eigenaar onbekend is. Nog niet alle eigenaren zijn dus in beeld en mogelijk willen sommige eigenaren van kelders niet meewerken. Wethouder Diepeveen: “We kunnen niemand dwingen akkoord te gaan met de samenwerking, maar we doen wel een beroep op het gezonde verstand en het gevoel van verantwoordelijkheid voor ons prachtige beschermde stadsgezicht.”

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door: