Waterwet Artikel 3.5

Diverse eigenaren en bewoners van kelders ondervinden last van doorlatend hemelwater dat op straat valt en naar beneden zakt en vervolgens door het keldergewelf en de keldermuren naar binnen dringt. Een van de oorzaken daarvan is dat op vele plaatsen de drainage boven de werfkelders is dichtgeslibt, verouderd of zelfs ontbreekt. Ook zijn scheuren in (de vochtwerende laag van) het keldergewelf reden dat er hemelwater naar binnen kan komen.

De Waterwet biedt duidelijkheid over de gemeentelijke verantwoordelijkheid in deze situatie. Wanneer eigenaren het hemelwater niet op hun terrein kunnen verwerken treedt de wettelijke zorgplicht van de gemeente in werking.

Artikel 3.5 van de Waterwet luidt als volgt:

  1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.
  2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.