Utrecht nam de afgelopen jaren al meerdere maatregelen om zwaar verkeer te weren in straten waaronder eeuwenoude werf- en straatkelders liggen. Zo mag bijvoorbeeld het maximale gewicht op een as met twee wielen (aslast) niet boven de 2 ton uitkomen.
Er werden ook paaltjes geplaatst zodat brede voertuigen niet meer in de straten langs de grachten kunnen komen. Onafhankelijk onderzoek wees eerder uit dat zwaar verkeer veel schade heeft aangericht aan de kelders.
Verkeerstellingen
Volgens de gemeente blijkt uit verkeerstellingen en waarnemingen dat de verschillende maatregelen helpen het te zware verkeer terug te dringen, maar ook dat niet iedereen zich nog aan de regels houdt. Vorig jaar werden 65 chauffeurs met een te zware vrachtwagen bekeurd.
De gemeente overlegt met het Openbaar Ministerie over het ophangen van camera’s die aan de hand van kentekens vrachtwagens herkennen. De chauffeur die het vrachtwagenverbod negeert, krijgt automatisch een boete van 100 euro.
De boete kan afhankelijk van de aslast oplopen tot 1100 euro. ,,Daarvoor moet het voertuig wel worden gewogen’’, aldus een woordvoerder van de gemeente. Als het OM akkoord gaat, kunnen de camera’s dit najaar worden opgehangen.
Autovrij
Om schade door te zwaar verkeer zoveel mogelijk te voorkomen worden binnenkort ook een vrachtwagenverbod ingevoerd en paaltjes geplaatst in de Schoutenstraat en de Lange en Korte Smeestraat. Personenauto’s en bestelauto’s mogen op bepaalde tijden nog wel rijden in de Schoutenstraat. De kelders onder de Ganzenmarkt worden beschermd door de Ganzenmarkt autovrij te maken.
De binnenstad van Utrecht kent ruim 950 straat-, brug- en werfkelders. De gemeente wil een duidelijk beeld van de kelders hebben en inzichtelijk hebben hoe ze lopen. Om duidelijk te krijgen hoe de kelders het beste ingemeten kunnen worden, voerde Geomaat een pilot uit. Het bedrijf bracht vier werfkelders van binnen en buiten in kaart met een 3D-handscanner en statische scanner. Deze informatie verwerkte het bureau in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), de nieuwe digitale kaart van Nederland.
Gedurende het project heeft het bedrijf samen met de gemeente gekeken naar wat het verschil is in de ingewonnen data met de twee scanners. “Het grootste verschil is dat de puntdichtheid met de statische scanner hoger is. Daarentegen kom je met de handscanner gemakkelijker op plaatsen waar het voor de statische scanner wat lastiger is. Ook wanneer de data verwerkt moet worden in de BGT, kan de handscanner prima ingezet worden”, zo schrijft het bedrijf op zijn website.
3D-omgeving
Uiteindelijk wil de Utrechtse gemeente alle werfkelders en omgeving in kaart hebben en presenteren in een 3D-omgeving. Volgens Geomaat is dit nog volop in ontwikkeling, maar moet het uiteindelijk leiden naar een bron waar je toegang hebt tot allerlei data over een kelder. “Naar aanleiding van deze pilot hebben wij de gemeente geadviseerd over de beste inwin- en verwerkmethodes.”
Magazijn De Zon, op de hoek van de Oudegracht en Choorstraat, heeft negen middeleeuwse werfkelders. Deze eeuwenoude werfkelders worden verstevigd en waterdicht gemaakt. Dit gebeurt binnen in de kelders, maar ook vanaf de bovenkant. Hiervoor wordt de straat open gegraven. De straat blijft toegankelijk met loopplanken. Het herstel van deze middeleeuwse werfkelders kan vanaf de straat goed gevolgd worden.
Het herstel van de werfkelders is deze week gestart en duurt ongeveer een jaar. Het werk schuift telkens een stukje op: elke keer worden één of twee kelders tegelijk hersteld. De werfkelders aan de Oudegracht zijn het eerst aan de beurt.
Warmteleiding vervangen
Vanaf oktober dit jaar herstelt de gemeente ook de walmuur en werf tussen de Stadhuisbrug en Bezembrug. Tegelijk met deze werkzaamheden vervangt Eneco de warmteleiding. De nieuwe walmuur wordt gebouwd op de plek waar nu de tijdelijke damwand zit. Deze werkzaamheden zijn in mei 2024 klaar.
De werfkelders tussen de Bezembrug en Stadhuisbrug ontstonden in de Middeleeuwen. Op de huidige werf stond hier van de 14e tot en met de 17e eeuw een rij huizen. Deze rij huizen werd de Snippenvlucht genoemd. Drie eeuwen geleden werden de huizen gesloopt zodat er meer ruimte kwam voor de vaart.
De werkzaamheden aan de werven zijn onderdeel van het programma Wervengebied. Per jaar worden zo’n 35 werfkelders en 100 meter walmuur hersteld.
De negen middeleeuwse werfkelders van Magazijn De Zon worden de komende tijd verstevigd en waterdicht gemaakt. Dat wordt gedaan in de kelders zelf, maar ook vanaf de bovenkant van de keldergewelven. Voor de werkzaamheden aan de bovenkant moet de straat worden opgebroken, maar er worden loopplanken geplaatst zodat de straat wel toegankelijk blijft.
De werkzaamheden aan de kelders van Magazijn De Zon gaan ongeveer een jaar duren, waarbij het werk steeds een stukje opschuift. Elke keer worden één of twee kelders tegelijk aangepakt, te beginnen met de kelders aan de Oudegracht. In 2025 moet het Nationaal Literatuurmuseum/ Kinderboekenmuseum Magazijn De Zon betrekken.
Stadhuisbrug
De negen kelders zijn onderdeel van het grotere project met werkzaamheden aan de werven in de omgeving van de Stadhuisbrug. De werfkelders tussen de Stadhuisbrug en de Bezembrug ontstonden in de middeleeuwen. Van de veertiende tot de zeventiende eeuw stond op de huidige werf en de gracht een rij huizen, de Snippenvlucht. De huizen werden echter gesloopt om ruimte te maken voor de vaart. Zo kreeg de Oudegracht op dit deel weer een werf en de kelders van de huizen zijn voor een deel de huidige werfkelders.
Vanaf oktober begint de gemeente met het herstellen van de walmuur en de werf tussen de Stadhuisbrug en de Bezembrug. De nieuwe walmuur komt op de plek waar nu de tijdelijke damwand zit. In mei 2024 moet alles klaar zijn.
De gemeente Utrecht en het Nationaal Restauratiefonds hebben donderdag het Utrechts Wervenfonds ingesteld. Eigenaren van werf-, kluis,- of straatkelders in het Utrechtse werfgebied kunnen hier een lening met een lage rente afsluiten voor het herstel van hun kelder. De lening is een aanvulling op de subsidieregeling van vier miljoen euro die sinds november vorig jaar beschikbaar is voor de keldereigenaren.
Utrecht werkt aan het herstel en behoud van het 900 jaar oude wervengebied. De gemeente wil de eigenaren van werf- en kluiskelders in het wervengebied naar eigen zeggen ‘zo veel mogelijk ondersteunen bij het in goede staat houden’ van het erfgoed. “Het is nodig om de kelders in het wervengebied veilig te houden en dit bijzondere erfgoed voor toekomstige generaties te behouden”, liet wethouder Rachel Streefland eerder weten.
Het doel is om jaarlijks honderd meter muur en 35 kelders te herstellen, onderhouden en waterdicht te maken. Volgens de gemeente zijn er in totaal ongeveer duizend kelders, veelal in particulier bezit, die hersteld moeten worden. “We richten ons de komende jaren vooral op het herstel van kelders en muren die in slechte staat zijn. Naast de urgentie wordt ook gekeken naar samenhang van werk aan muren en kelders, werk met werk combineren, logistieke uitvoerbaarheid en de samenwerking met de keldereigenaren”, zo legt de gemeente uit.
Lening aanvragen
De kosten voor het herstel van de kelder worden verdeeld tussen de gemeente en de keldereigenaren. Welk percentage van het bedrag de gemeente op zich neemt, hangt onder meer af van aan wie de kosten toe te schrijven zijn.
Omdat de subsidie niet alle kosten dekt die een keldereigenaar moet maken om een kelder te herstellen, kunnen eigenaren nu een zogenoemde ‘laagrentende lening’ afsluiten bij het Utrechts Wervenfonds voor het deel van de herstelkosten dat niet onder de subsidie valt. Keldereigenaren kunnen alleen een lening uit het Utrechts Wervenfonds aanvragen als zij gebruikmaken van de subsidieregeling.
“De rente ligt 5 procent lager dan de marktrente, met een mininum van 1,5 procent. Dat wil zeggen dat bij de huidige marktrente en een looptijd van dertig jaar de keldeigenaar per 10.000 euro geleend bedrag 35 euro per maand aan rente en aflossing betaalt”, aldus de gemeente.
Toekomst
“Het is goed dat we deze keldereigenaren een laagrentende lening kunnen aanbieden, waarmee ze de financiële gevolgen van kelderherstel kunnen opvangen. Zo hopen we de drempel om hun kelder aan te pakken voor hen verder omlaag te brengen”, aldus wethouder Streefland. “Dat vergroot de kans dat we de kelders in het wervengebied, samen met de keldereigenaren, in gestaag tempo kunnen herstellen en voor de toekomst kunnen behouden.”
Rotte plekken, verzakkingen, scheuren in muren: veel kademuren in het Utrechtse wervengebied zijn er slecht aan toe. Een desastreus verlopen herstelklus aan de Kromme Nieuwegracht bij Paushuize in 2017 leidde er uiteindelijk toe dat Utrecht alle wal- en kluismuren gaat herstellen. Het enorme project gaat zo’n dertig jaar duren.
Voor de herstelwerkzaamheden in 2023 en 2024 moet eerst een aannemer worden aangesteld. Utrecht wilde aanvankelijk aan de slag met een van de bedrijven die al in het wervengebied aan het werk is geweest. Die ervaring is belangrijk om nieuwe schades te voorkomen.
Recent is het de gemeente duidelijk geworden dat een veel omvangrijker selectieproces noodzakelijk is: er moet een Europese aanbesteding worden uitgeschreven. Dat betekent dat alle aannemers, ook die nog geen ervaring in Utrecht hebben, mogen meedingen naar de klus.
Pilot om ervaring op te doen
Dit leidt naar verwachting een vertraging van vier tot zes maanden en extra kosten van ongeveer 150.000 euro. Het herstel van kluismuren en -kelders op de Kromme Nieuwegracht start waarschijnlijk pas in 2024.
De komende twee jaar gelden als een pilot om ervaring op te doen met de herstelwerkzaamheden, vaststellen van schadeoorzaken en het verdelen van de kosten met de eigenaren van de werfkelders. Binnenkort volgt een uitgebreidere voortgangsrapportage.
Problemen bij andere aanbestedingsprocedure
Utrecht ging eerder flink de mist in met een andere aanbestedingsprocedure. Ambtenaren gingen akkoord met standaard bankjes in nieuwe bushokjes, terwijl in de officiële documenten om zogeheten zevende bankjes was gevraagd. Het bedrijf dat niet geselecteerd werd voor de klus, werd later in het gelijk gesteld door de gerechtshof en wil nu een schadevergoeding.
De gemeente wilde via een pilot beginnen aan de eerste werkzaamheden om zo ervaring op te doen voor de rest van het wervengebied. Daarvoor wil de gemeente de opdracht neerleggen “bij partijen met ervaring in het wervengebied en de specifieke werkwijze waarbij de aannemer in een bouwteam bij voorbereiding is betrokken”, schrijft de wethouder. Maar tijdens de voorbereiding blijkt dat deze pilot verplicht via een Europese aanbesteding aan een partij moet worden gegund. Dit zorgt ervoor dat het langer gaat duren voor de opdracht officieel aan een partij wordt gegund en er zo’n 150.000 euro aan extra kosten moet worden gemaakt.
Streefland schrijft dat er bij een Europese aanbesteding ook partijen kunnen meedoen die de gemeente nog niet kent. “Er ontstaat daardoor een risico dat het werk wordt gegund aan een partij die mogelijk minder goed gekwalificeerd is.” De wethouder wil dit probleem ondervangen door een zorgvuldige voorselectie te maken van partijen die uiteindelijk daadwerkelijk mogen meedoen met de aanbesteding.
Hoofdpijndossier
Na jarenlang gesteggel over de vraag wie de herstelwerkzaamheden moet betalen is er afgelopen najaar een subsidieregeling opgezet door de gemeente. De kosten zijn nu voorlopig verdeeld tussen de gemeente en de keldereigenaren. Per geval wordt beoordeeld hoeveel de gemeente moet betalen en hoeveel de eigenaren moeten bijdragen. Het contact tussen de gemeente en bewoners van het wervengebied loopt stroef. Bewoners voelen zich niet gehoord en vrezen voor hoge kosten. Door de vertraging rondom de aanbesteding kan het zo zijn dat het onderzoek naar de schade en de oorzaken ook vertraging oploopt. In dat geval moeten de bewoners nog iets langer wachten op duidelijkheid over de definitieve kosten.
Binnenkort volgt een burenbijeenkomst op de Kromme Nieuwegracht om de ontwikkelingen te bespreken met de keldereigenaren. Het herstel van de kluismuren en -kelders op de Kromme Nieuwegracht zal waarschijnlijk in het voorjaar van 2024 starten.
Het wervenstelsel in Utrecht is op veel plekken in slechte staat. Walmuren verzakken, kelders van bewoners lekken en staan in sommige gevallen op instorten. Dat herstel aan de kelders is al lang hard nodig. Zo constateerde de gemeente in 2007 al dat het onderhoud aan de werven beter moest. Inmiddels is het 2022 en zijn er meerdere plannen geschreven en onderzoeken gedaan, maar een overeenkomst tussen keldereigenaren en gemeente over hoe het herstel gaat gebeuren lijkt nog ver weg. Wethouder Rachel Streefland laat via een woordvoerder weten dat er wel gesprekken gaande zijn. “We voeren momenteel tientallen gesprekken met eigenaren om te komen tot individuele overeenkomsten en herstelplannen. Het programmaplan Werk aan de Werf heeft een looptijd van 30 jaar met als doel om in die tijd alle ongeveer 950 kelders te herstellen. Dat is ongeveer 35 per jaar. De gemeente betaalt de kosten daarvan. De eerste plannen worden nu opgesteld.”
Voor dat plan Werk aan de Werf is ruim 400 miljoen euro nodig en een deel van dat geld zal opgaan aan juridische procedures. Daar was voormalig wethouder Kees Diepeveen vorig jaar duidelijk over. “Wij proberen het zo eenvoudig en zo eerlijk mogelijk te doen, zodat we juridische procedures zoveel mogelijk kunnen beperken, maar we kunnen het nooit uitsluiten.”
Vertrouwen
Een aantal jaar geleden spraken bewoners en de gemeente af om nu echt goed naar elkaar te luisteren en gezamenlijk naar een oplossing te zoeken. Het onderlinge vertrouwen was op dat moment tot een dieptepunt gedaald. Die afspraak gaf keldereigenaren toch weer moed dat er nu echt een goeie oplossing zou komen en ook de gemeente zag het positief in. De gemeente zegt nog steeds goed te luisteren naar de bewoners: “Vanzelfsprekend delen keldereigenaren met ons ook hun zorgen en vragen, die ook gaan over gehoord en gezien worden door ons als gemeente. We werken er hard aan om de samenwerking en het vertrouwen te verbeteren en te vergroten, en bouwen daaraan stap voor stap.”
De keldereigenaren aan de Choorstraat denken er anders over. Zij hebben een paar jaar geleden een werkgroep opgericht waar ze ambtenaren van de gemeente ook voor uitnodigden. Keldereigenaar Cees Hilberdink: “Je moet niet met de gemeente in conflict gaan, je moet met de gemeente in conclaaf gaan. Dat betekent dat je met elkaar moet praten en de problemen moet bespreken. En je moet dan ook het gevoel hebben dat je een gezamenlijk probleem hebt.”De bewoners zijn enthousiast na de eerste bijeenkomsten van de werkgroep, maar dan komt de klad er in. Hilberdink: “Er zijn regelmatig wisselingen bij de gemeente en de ambtenaren die in de plaats komen weten van toeten noch blazen. Je kunt de ervaringen die je eerder hebt gedeeld met iemand anders moeilijk overbrengen naar weer iemand anders.”
Van wie zijn de straatkelders
Veel kelders in de Choorstraat zijn met elkaar verbonden. Via deuren onder de panden kun je de kelders onder de straat inlopen en dan kom je in een gangenstelsel dat vol staat met buizen van allerlei voorzieningen, zoals de stadsverwarming en de riolering. In het kadaster kun je normaal gesproken zien wie eigenaar is van welk pand, maar wie eigenaar is van de straatkelders hebben de bewoners er niet in kunnen vinden. Zolang dat onduidelijk blijft kan er niet gesproken worden over de verdeling van de kosten voor het herstel.
Ook hierover zegt de gemeente dat er aan een oplossing wordt gewerkt. “De gemeente heeft een vertegenwoordiging van eigenaren aangeboden samen te laten onderzoeken wie eigenaar is van deze straatkelders. Dat is tot op heden nog niet gelukt.”
De bewoners nemen nu zelf maatregelen om verdere lekkages te voorkomen. Ze hebben op sommige plekken de kelders extra gestut en vangen het water op met emmers dat via de straat de kelders inloopt. Sommige bewoners hebben een pomp geïnstalleerd, zoals Gijsbert Wolleswinkel. “We hebben een installatie gebouwd om het water dat door de straat komt af te voeren naar de riolering, omdat het anders de kelders onder de panden inloopt. Die kelders worden gebruikt voor de voorraad van de winkels.”
Als nu eerst het eigendom wordt vastgesteld komt het vanzelf wel goed denkt Cees Hilberdink. “Het is heel logisch dat wij als goeie buren, want wij beschouwen de straateigenaar dan ook als een buur, wel degelijk aanspreekbaar zijn voor datgene wat we willen doen.” De bewoners geven wel aan dat ze niet willen meebetalen aan het herstel van de kelders onder de straat, omdat ze daar geen eigenaar van zijn.
Of de individuele gesprekken die nu gevoerd worden allemaal goed zullen aflopen is dus nog even de vraag. De keldereigenaren die zichzelf verenigd hebben in de vereniging Keldergewelf hebben al hun ongenoegen geuit over de tijdelijke financiële regeling en dreigen met juridische procedures. Aan een definitieve financiële regeling wordt nog gewerkt.
Vanaf morgen zendt RTV Utrecht de driedelige serie De werven van Utrecht, leven aan de grachten op televisie uit. De documentairemaker richtte zijn camera op de herstelwerkzaamheden van de kades en sprak bewoners en gebruikers van de werfkelders. “Maar ook mensen die kritiek hebben, bijvoorbeeld comités die zich verzameld hebben om sterker te staan tegen de gemeente.”
Want over die 900 jaar oude werfkelders woedt een stevige strijd tussen eigenaren van de kelders en de gemeente, die weer de baas is over de kades, de gracht en de weg boven de kelders. De werfkelders moeten gerenoveerd worden, grote vraag: wie gaat dat allemaal betalen?
Veel kelders hebben schade. Sommige zijn er zo slecht aan toe dat ze op instorten staan. Van den Boogaard: “De bewoner moet nu aantonen dat het niet de schuld van de bewoners is, zij hadden dat liever andersom gezien.”
Dat die kelders kwetsbaar zijn is niet verwonderlijk. De kelders zijn honderden jaren uit en stammen uit een tijd dat auto- en vrachtverkeer niet bestond. “Het is niet gemaakt voor de moderne tijd. Dat is ook het probleem: het is vaak niet goed gefundeerd, de afwatering is ook niet goed. Het is een kwetsbaar systeem.” Ook vrachtverkeer en auto’s die over de kelders rijden kunnen voor schade zorgen.
In de documentaire valt ook te genieten van de ontroerend mooie werven. “Ze zijn wereldwijd echt uniek”, zegt Van den Boogaard. “Het mooiste vind ik dat je verschillende niveaus hebt. Je kunt over het water varen, je kunt over de werfkade lopen; dan kun je ook hele einden langs het water lopen, en je kan natuurlijk op de straat lopen. Dus je hebt drie niveaus en daar staan ook nog allemaal bomen op. Je kunt het op verschillende manieren en dat is een heel rijk beeld.”
Het geld is bedoeld voor het onderhoud, herstel en het waterdicht maken van kelders die in de Utrechtse binnenstad vanaf het water onder de straat doorlopen naar woningen. Deze werfkelders zijn onderdeel van het monumentale wervengebied dat de gemeente voor toekomstige generaties wil behouden. Daarnaast kunnen eigenaars van straatkelders die niet aan water grenzen bij de gemeente aankloppen.
Een groot aantal van deze kelders is in slechte staat. De gemeente en keldereigenaren ruziën al langere tijd over de vraag wie de herstelkosten moet betalen. Volgens de eigenaren moet de gemeente hiervoor opdraaien, omdat de schade onder meer is ontstaan door het (zware) verkeer dat over de kelders rijdt.
Wethouder Streefland presenteerde ruim een week geleden een subsidieregeling. De regeling is volgens haar met inbreng van de keldereigenaren tot stand gekomen. Toch zijn die niet tevreden. De eigenaren vinden het onbestaanbaar dat zij tot 50.000 euro ‘simpelweg de helft’ van de kosten moeten betalen.
‘Wie de brokken maakt, moet dokken’
Volgens de eigenaren is de gemeente in de meeste gevallen aansprakelijk voor schade aan de kelders. Het gaat om scheuren en verzakkingen als gevolg van zwaar verkeer, boomwortels of instabiele funderingen van de aangrenzende wal- en kluismuren. Wie de brokken maakt, moet dokken, stellen zij. De gemeente stelt op haar beurt dat het om onderhoud gaat dat een eigenaar nu eenmaal eens in de 35 jaar moet plegen.
De kosten tussen de 50.000 en 250.000 komen voor rekening van de gemeente als de schade aan constructieve gebreken is toe te schrijven. Als de gebreken zijn veroorzaakt door bijvoorbeeld onjuiste verbouwingen, dan betaalt de eigenaar 100 procent van de kosten. Als de kosten niet eenduidig aan de gemeente of eigenaar zijn toe te schrijven, dan betaalt de gemeente 90 procent en de eigenaar 10 procent.
Keldereigenaren, verenigd in de Vereniging Keldergewelf i.o., voelen zich ‘om de tuin geleid’. Ze gingen er na het advies van een Commissie van Wijzen van uit dat de gemeente vrijwel alle kosten voor het herstel van de kelders op zich zou nemen.
Keldergewelf stelt dat honderden keldereigenaren naar de rechter zullen stappen als de gemeente voet bij stuk houdt. ,,Veel juristen hebben al aangegeven dat op basis van alle rapporten, onderzoeken en adviezen de keldereigenaren een sterke zaak hebben’’, stelt de vereniging in een verklaring.
De keldereigenaren hebben ondertussen hun hoop gevestigd op de gemeenteraad. De raad stelde eerder onder meer dat de gemeente in samenspraak met de eigenaren tot herstel van de kelders moest komen. Volgens de Vereniging Keldergewelf is hier geen sprake van. ,,Er ligt een onoverbrugbare gracht tussen het wervengebied en het stadskantoor.’’
Tot 1 juli 2024
De subsidieregeling voor de keldereigenaren geldt tot 1 juli 2024. Daarna komt er volgens wethouder Streefland een definitieve subsidieregeling. Kelders met ernstige lekkage of ernstige gebreken in de constructie en werfkelders waar de gemeente gelijktijdig de slechte wal- en kluismuren herstelt, bijvoorbeeld aan de Kromme Nieuwegracht en Drift, worden als eerste aangepakt.