Categorieën
Nieuwsberichten

DUIC: Dit zijn de struikelblokken en oplossingen bij de restauratie van het Utrechtse wervengebied

Ook tijdens deze rondleiding door het Utrechtse wervengebied werd door medewerkers van de gemeente benadrukt dat het herstel complex is en dat veel zaken niet te agenderen zijn. Desalniettemin is er de afgelopen tijd veel veranderd in de werkwijze. Zo zijn onder meer op verschillende plekken sensoren geplaatst waardoor veel eerder afwijkingen boven water komen en daar dus ook sneller op geanticipeerd kan worden. Wervenmeester Gerrit Heenck en programmamanager wervengebied Eelkco van den Boogaard lieten vorige week woensdag een aantal plekken in het historische centrum van de stad zien, die noemenswaardig zijn voor het gehele project en de tussentijdse innovatie.

De rondleiding, waar naast de medewerkers van de gemeente ook een handjevol journalisten bij aanwezig was, begon op de Choorstraat. Bovengronds was daar niets opmerkelijks te zien, maar onder de klinkers en de verschillende panden ligt volgens Van den Boogaard een labyrint aan kelders. “Het gaat in totaal om zo’n dertig kelders. Deze liggen niet netjes naast elkaar, maar kriskras door elkaar. Sommige liggen dwars, andere weer recht en weer andere zijn in de loop der tijd opgesplitst door een muurtje. Dit laat duidelijk een van de problemen zien waar ze tijdens de werkzaamheden tegenaan lopen. Want van wie zijn deze kelders? Is dat de gemeente of zijn dat de eigenaren van de panden?”

En dit probleem speelt op veel meer plekken. In 1948 verkeerde het hele wervengebied namelijk in zeer slechte staat en veel bouwwerken stonden destijds op instorten. De gemeente is toen eigenaar geworden van alle muren, omdat dit de restauratie makkelijker zou maken. Het voordeel daarvan was dat er veel is opgeknapt, maar het nadeel is dat er tot op de dag van vandaag verwarrende eigendomsverhoudingen zijn.

Waterspuwers

Even verderop, langs de Oudegracht ter hoogte van de Lichte Gaard, zijn twee mannen bezig om de middeleeuwse waterspuwers schoon te maken. Dit systeem moet ervoor zorgen dat het regenwater, dat door de klinkers sijpelt, niet de onderliggende werfkelders in loopt, maar naar buiten wordt begeleid. Een van de mannen laat een spuwer zien waar in de loop der tijd veel aanslag van onder meer roest, zand en vegetatie aan vast is komen zitten. Met een krabbertje haalt hij dit vervolgens makkelijk weg. De volgende spuwer is ogenschijnlijk schoon, maar dit betekent in veel gevallen juist dat er iets verderop in de pijp een verstopping zit. Met een slang, waarmee hij water onder grote druk de leiding inspuit, komt alles weer los.

Volgens Heenck zijn er in het historische wervengebied in Utrecht ongeveer 1.100 van dit soort spuwers. “In 2014 hebben we ze allemaal voor het laatst gereinigd en het idee was destijds om dit iedere tien jaar te doen. In de tussentijd hebben we veel meldingen gekregen van keldereigenaren over verstoppingen en wateroverlast. Daarom hebben we besloten om de spuwers eerder dan gepland weer schoon te maken. We gaan dit vervolgens evalueren en bepalen wanneer we de volgende schoonmaakronde moeten organiseren.”

Proactief

Heenck zegt dat dit een goed voorbeeld is van hoe de gemeente in de hele aanpak van het wervengebied te werk gaat. “In plaats van een reactief beleid hanteren we een proactief beleid. Dit doen we dus niet alleen bij de waterspuwers, maar bij elk onderdeel van het project.”

Het deel van de Oudegracht waar woensdagochtend de spuwers werden schoongemaakt, is eerder al opgeknapt. Zo zijn onder andere de kademuren vernieuwd, maar een plekje is bewust overgeslagen. Langs een grote plataan die op de werf staat is de muur namelijk niet opgeknapt. Van den Boogaard: “Als we dat wel hadden gedaan was de boom omgevallen. We hebben ervoor gekozen om een versteviging langs de muur aan te brengen en als de plataan op een gegeven moment, vanwege bijvoorbeeld ouderdom, toch het veld moet ruimen, knappen we ook dit deel van de muur op. Deze manier is misschien wel iets duurder, maar het geeft wel aan dat we veel waarde hechten aan deze oude bomen.”

Beleggers

Terwijl het groepje verder liep langs de Oudegracht, nodigde kunstenaar en bewoner van een werfkelder Kees Wennekendonk ons uit in zijn woning. Hij uitte zijn zorgen over de vele panden, en daarmee ook de vele werfkelders, die in handen zijn van beleggers. “Het is zo dat de eigenaar een deel van het bedrag van de renovatie zelf moet betalen, de rest betaalt de gemeente. Deze beleggers zien alles als een dossier en zij zijn alleen maar bezig met winst maken. Ik vermoed en vrees dat zij niet zomaar een groot bedrag willen betalen voor de restauratie, ik merk dat ook aan de eigenaar van mijn kelder. We moeten een truc verzinnen om ook deze eigenaren over de streep te trekken.”

En die truc is er ook wel volgens Van den Boogaard. “Zolang er geen onveilige situaties ontstaan en het erfgoed niet wordt aangetast kunnen eigenaren niet gedwongen worden, maar we doen wel een beroep op deze mensen.” Zodra het bijvoorbeeld wel onveilig wordt ontstaat er een andere situatie, waarin eigenaren wel gedwongen kunnen worden om voor de renovatie te betalen. Ondanks dit gegeven kan het voor het project wel belemmeringen veroorzaken wanneer een eigenaar weigert mee te werken. De gemeente wil namelijk minimaal dertig kelders per jaar aanpakken en het liefst wordt dat in blokken gedaan, zodat bijvoorbeeld het verkeer zo min mogelijk hinder van het werk ondervindt.

Ponton

De rondleiding eindigde aan de Oudegracht vlakbij de Bakkerbrug. Op deze plek is goed te zien dat ook de aannemer de manier van werken op het wervengebied moet aanpassen. Van de Boogaard: “Ze hebben speciaal voor deze locatie een ponton ontwikkeld dat op maat is gemaakt, onder de bruggen door kan varen en niet kapseist zodra de kraan zwaar materieel optilt. Daar komt nog bij dat het ponton binnenkort een elektrische aandrijving krijgt.”

Ongeveer een jaar geleden werd bekend dat de renovatie van het gehele wervengebied tussen de 450 en 550 miljoen euro zou gaan kosten. In de jaren daarvoor was er al zo’n 50 miljoen euro uitgegeven aan het erfgoed, maar na kritiek op de werkwijze van de gemeente werd het project uitgebreid. Er werd besloten om het project veel groter te maken. Niet alleen de wal- en kluismuren zouden worden aangepakt, ook de aangrenzende werfkelders en andere bouwwerken. Alles om ervoor te zorgen dat het erfgoed behouden blijft.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

AD: Na kilometers kademuur wachten ruim 900 kelders in de Utrecht op herstel (en dat is een hele puzzel)

Kilometers kademuur zijn hersteld. Maar het werk in het wervengebied in de Utrechtse binnenstad is nog lang niet klaar. Met het waterdicht maken en herstellen van schade aan negenhonderd werf- en straatkelders moet nog worden begonnen.

Het middeleeuwse havencomplex – met de voormalige laad- en losplaatsen voor schepen en kelders die onder de straat doorlopen naar huiskelders van statige panden – is sinds begin dit jaar de werkplek van Gerrit Heenck. De 41-jarige Heenck is door de gemeente aangesteld als ‘wervenmeester’. Hij moet ervoor zorgen dat klachten en problemen van bewoners niet tussen wal en schip vallen. 

Het aanstellen van een wervenmeester was een van de adviezen van een commissie van wijzen, nadat het werk aan het wervengebied door fouten en onverwachte tegenslagen stil was komen te liggen. Dat een deel van de grachtenbewoners hem met wantrouwen tegemoet treedt, begrijpt Heenck wel. ,,Er is in het verleden het nodige misgegaan.’’ 

‘Complexe puzzel’

Bewoners voelden zich niet gehoord door de gemeente. Zorgen over scheuren en plafonds en muren van hun werfkelders, als gevolg van zwaar verkeer en werk aan de kademuren, werden volgens hen niet serieus genomen. Over de verdeling van de kosten van het waterdicht maken of herstellen van scheuren konden gemeente en bewoners het niets eens worden. 

Wervenmeester Heenck noemt het werk een ‘complexe puzzel’. ,,Het wervengebied is eeuwen oud. Achter elke steen kan een verrassing zitten. Ik hou wel van de complexiteit.’’ 

Smalle bruggen

Het herstel van de kademuren is een klus van de Beens Groep uit Genemuiden en aannemersbedrijf Damsteegt uit Meerkerk. Het werk gebeurt vanaf het water, om vervoer van materieel over de straten met de oude kelders te voorkomen. Het ponton is op maat gemaakt, zodat het onder de smalle bruggen door past en ook de afvalboot er langs kan. 

Van de 4 kilometer walmuur is ruim 3 kilometer hersteld. Van de 1,3 kilometer kluismuur (de buitenmuur van een kelder die aan het water grenst) is 200 meter klaar. Maar na de kilometers muur wacht een nog veel grotere klus. De gemeente heeft 945 kelders geïnventariseerd, die in meer of mindere mate moeten worden hersteld. 

Keukentafelgesprekken

Met de eerste keldereigenaren worden ‘keukentafelgesprekken’ gevoerd over wat er moet gebeuren, en over de verdeling van de kosten. Deze gesprekken verlopen niet altijd even soepel. Bewoners van de Oudegracht en de Kromme Nieuwegracht schortten de samenwerking met de gemeente al eens voor enige tijd op. 

Met bewoners van de Choorstraat steggelt de gemeente over de vraag van wie de kelders onder de straat zijn. Met het advies van de commissie van wijzen in de hand rekent de gemeente de meeste kelders toe aan de pandeigenaren. De eigenaren zien dat anders en dreigden eerder al met een gang naar de rechter. Voorlopig wordt er nog gepraat. Volgens Heenck is de sfeer goed. ,,Iedereen is trots op het gebied, het zijn open en oprechte gesprekken en de noodzaak tot actie wordt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid gevoeld.’’

De kosten van het wervengebied (wal- en kluismuren en werf- en straatkelders) worden geraamd op 450 tot 500 miljoen euro. Het werk is daarmee duurder dan de omvangrijke restauratie van de Domtoren die gaande is. Voordat de laatste kelder is aangepakt, verwacht de gemeente ongeveer dertig jaar verder te zijn.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

Binnenstadskrant: Alle werfkelders komen weer aan de beurt

De laag waarmee werfkelders zo’n 30 jaar geleden waterdicht werden gemaakt, is inmiddels aan vervanging toe. Het zwarte spul dat bovenop het gewelf werd aangebracht, bitumen, is zo langzamerhand op.

Dat vertelt Eelko van den Boogaard, programmamanager herstel wervengebied, tijdens een rondleiding voor de pers langs werven en kelders. Zo’n 500 van de ruim 700 toen bekende kelders zijn in de jaren 90 waterdicht gemaakt. De kelders lagen in hun blootje: je keek recht op de bolling en zag de leidingen lopen.

Ook werd toen de gevel van de werfkelder – vaak een voorzetmuur omdat de kelders in de middeleeuwen een open tunnelverbinding vormden met de werf – aan de kelder gehecht. Een deel van de eigenaren deed niet mee. Bijvoorbeeld omdat ze tegen de kosten – zo’n 6000 tot 8000 gulden – opzagen. Bij een aantal van hen is de kelder inmiddels een vergiet.

Net een riool
Maar er zijn nog andere redenen voor lekkage in de werfkelders. Eenvoudig te verhelpen: spuwers die niet goed werken. Die zouden regenwater dat tussen de straatstenen doorzakt tussen de gewelven door moeten afvoeren en dan langs de muur op de werf lozen.

Momenteel maken mannen de spuwers onder Dille & Kamille schoon. Er komen ladingen troep uit. ‘Het lijkt wel een riool’, zegt één van hen. Tot nu toe maakte de gemeente elke tien jaar de 1100-1200 spuwers schoon. Maar dat blijkt in de praktijk te weinig, vertelt wervenmeester Gerrit Heenck. ‘Er groeien planten in de afvoer, soms zelfs boompjes.’ Mogelijk is de schoonmaak eens in de drie tot vijf jaar nodig. Die gebeurt sowieso op afroep.

Camerabewaking
In een aantal werfkelders lekt het omdat scheuren zijn ontstaan door verzakking. Het zware verkeer dat over de grachten reed, heeft er soms de gewelven ontzet. Inmiddels handhaaft de gemeente strenger op trucks met een (verboden) aslast boven de 2 ton in het wervengebied. En er kwamen paaltjes die te brede – en dus te zware – auto’s de doorgang belemmeren.

Utrecht wil ook camerabewaking invoeren op de grachten. Dan scant de camera het kenteken van een naderende auto en krijgt direct de aslast ervan door. Is die te hoog, dan kan een boa meteen bekeuren. Het duurt echter nog wel twee jaar voordat dit plan werkelijkheid wordt. Diverse instanties moeten dit goedkeuren, waaronder het Openbaar Ministerie. 

Geen dwang
Het boterde/botert niet altijd tussen de gemeente en de keldereigenaren. Dat zit ‘m in de verantwoordelijkheid – lekt de kelder doordat de eigenaar geen onderhoud pleegde of doordat de gemeente te lang zwaar verkeer toeliet? Ook steggelen beide partijen over de financiering van de klus. Doorgaans gaat dat 50-50 bij het stabiliseren, het repareren en het waterdicht maken.

Maar als de eigenaar niet wil meewerken, staat de gemeente met lege handen. ‘We kunnen niemand dwingen’, zegt Van den Boogaard. ‘Dat lukt alleen bij een onveilige situatie of mogelijke schade aan het erfgoed. In de negen gevallen dat er ‘iets’ met de constructie is, voeren we elk half jaar een inspectie uit.’

De komende 30 jaar moeten alle ruim 900 kelders (de afgelopen periode zijn nog zo’n 200 onbekende kelders in kaart gebracht) opgeknapt worden. Dat zijn er dus zo’n 30 per jaar. Dat gebeurt in volgorde van noodzaak. De planning beslaat steeds een tijdvak van 3 tot 4 jaar.

Het herstel van de werven zelf is technisch lastig: aannemer Beens heeft voor deze klus een ponton laten bouwen. De ponton kan de zware machines dragen en kan onder de bruggen door. Van daaraf gaan duikers ook het water in. 

Andere werkwijze
De gemeente is ooit ambitieus begonnen met herstel van het wervengebied, maar moest dat werk staken omdat het te complex bleek en te duur werd. Een commissie van wijzen adviseerde een andere aanpak. Utrecht zegt nu meer rekening te houden met de bewoners/eigenaren.

De herstelwerkzaamheden aan de werf(kelders) worden nauwgezet gemonitord: wat betekent dit voor het grondwaterpeil? Zorgen de trillingen voor meer scheuren? ‘We leggen het werk stil als de metingen op één van die vlakken verkeerd uitslaan’, vertelt Van den Boogaard.

Of noodgedwongen als één van de buren schade denkt te constateren en een rechtszaak aanspant. Daarom is het steeds onzeker of de planning gehaald wordt. Maar ook of de werkzaamheden binnen de begroting blijven. Van den Boogaard: ‘Tot nu toe is dat gelukt, maar of dat zo blijft is niet te garanderen.’

Hij verwacht minder dan voorheen verrast te worden. ‘We werken nu van gevel tot gevel; daardoor zie je het eerder als iets mis is.’ Nog een wijziging: ze doen slechts 50 meter per keer. ‘De stad wordt steeds intensiever gebruikt. We kunnen nu echt niet een heel stuk gracht maandenlang openleggen.’

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

RTV Utrecht: Alle 1100 waterspuwers in Utrecht krijgen een grote opknapbeurt

In Utrecht is een wervenmeester in het leven geroepen om het project-wervengebied in goede banen te leiden. Het controleren en repareren van de 1100 waterspuwers in het wervengebied is daar onderdeel van. De gootjes die het water van de weg naar de werf leiden zijn verstopt en als er niet op tijd wordt ingegrepen kunnen de werfkelders onder water komen te staan.

De waterspuwers zitten er al 900 jaar en ze zijn in 2014 voor het laatst gecontroleerd en schoongemaakt. Inmiddels zijn ze verstopt geraakt en loopt het water niet meer lekker door. “Er kan vervuiling inkomen zoals algengroei, daar kan blad bij komen, als er blad in ligt komen daar weer plantjes in, die plantjes kunnen boompjes worden en vervolgens raakt de hele buis verstopt waardoor het water simpelweg niet meer afgevoerd wordt”, aldus Gerrit Heenck de wervenmeester van het gebied. Onderhoud is noodzakelijk. “Anders kunnen er waterproblemen ontstaan: op straat, maar ook in de kelders.”

Andere problemen

Niet alleen de spuwers vragen om onderhoud, er is meer aan de hand. “Het natuurlijk een heel complex systeem, het wervengebied. Je hebt te maken met verschillende muren; werfmuren, walmuren en met de bomen die op de werf staan. Bij de bomen spelen zaken rondom wortelopdruk. Stenen worden omhoog gedrukt door boomwortels en om de werven toegankelijk te houden gaan we die locaties bekijken en de stenen weer op hun plaats leggen. De komende dertig jaar wordt eigenlijk het hele wervengebied grootschalig aangepakt.” 

Wervengebied

Wervenmeester Gerrit Heenck loopt vijf dagen per week rond in het wervengebied. Hij is het eerste aanspreekpunt en daarmee de schakel tussen bewoners, ondernemers en de gemeente om alle zaken die in het wervengebied spelen te agenderen. Het zijn van wervenmeester is een unieke functie. Voor zover Heenck weet, is hij de enige wervenmeester in de wereld. Heenck heeft ervaring in het vakgebied. Jarenlang zat hij in de bouw en herstel van kelders, muren en bruggen. En omdat het agenderen van complexe problemen in het wervengebied in het verleden best wat tumult heeft veroorzaakt, heeft de gemeente besloten om deze post door Heenck te laten bekleden.

Miljoenen euro’s

De gemeente heeft veel geld uitgetrokken voor het herstel en beheer van het wervengebied. Eelko van den Boogaard, programmamanager van het wervengebied vertelt dat het budget alles bij elkaar tussen de 450 en 550 miljoen euro gaat kosten. “We weten niet hoe veel het precies wordt, want dat hangt heel erg af van wat we tegen gaan komen. Achter iedere steen die we eruit halen zit een verrassing, dus het kan meevallen, het kan ook tegen vallen, maar op basis van ervaring-gegevens hebben we dit nu zo geraamd.”Het opknappen van de waterspuwers en het opnieuw bestraten van de stenen duurt nog tot eind juni, en is nog maar de eerste fase van een veel langer durend project.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

Duic: Gemeente Utrecht doet technisch onderzoek voorafgaand aan herstel van walmuur langs deel Oudegracht

De gemeente Utrecht gaat de komende periode onderzoek doen bij de walmuur aan de oostzijde van de Oudegracht, tussen de Viebrug en de Jansbrug. Het onderzoek is bedoeld om vast te stellen waar rekening mee moet worden gehouden tijdens het herstel van de walmuur later dit jaar.

De walmuur aan de oostzijde van de Oudegracht, tussen de Viebrug en de Jansbrug, is aan vervanging toe. In 2017 is een tijdelijke constructie geplaatst om de walmuur tussen huisnummer 110 en 122 op zijn plek te houden en eind dit jaar wil de gemeente beginnen met het herstel.

Omdat werven, muren, kelders, bruggen, water en wegen in het gebied allemaal sterk met elkaar te maken hebben, kijkt de gemeente gelijk of er naast de walmuur nog meer werkzaamheden nodig zijn op de Oudegracht. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om werk aan kelders of kabels en leidingen van nutsbedrijven. Vervolgens wordt bekeken of de werkzaamheden tegelijkertijd kunnen gebeuren.

De komende tijd wordt ook technisch onderzoek gedaan naar onder meer de bodem, de grondwaterstand, de gebouwen, kelders en bomen. De uitkomsten van dat onderzoek worden gebruikt om te bepalen hoe de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De kans op eventuele schade aan gebouwen en werfkelders moet daardoor zo klein mogelijk zijn.

Gesprekken

De gemeente zegt in gesprek te gaan met de eigenaren van werfkelders over hun wensen voor de kelders. Dan wordt ook gekeken of er voorzorgsmaatregelen nodig zijn en of er plannen zijn voor het herstel en waterdicht maken van kelders. Eigenaren van kelders krijgen een brief van de gemeente waarin meer informatie staat.

Daarnaast wordt een bijeenkomst georganiseerd voor huurders en eigenaren van kelders en aangrenzende gebouwen aan dit deel van de Oudegracht. Dit zogenoemde ‘burenoverleg’ is volgende maand. Daar wordt besproken welke aandachtspunten en er zijn en wat de vervolgstappen van de werkzaamheden zijn.

Miljardenproject

Het herstel van het Utrechtse wervengebied houdt de gemoederen al jaren flink bezig. Het project heeft inmiddels tientallen miljoenen gekost en er waren de nodige tegenslagen. De gemeente presenteerde vorig jaar een nieuwe aanpak voor de werven, een plan dat zo’n half miljard euro gaat kosten.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

DUIC: Herstel walmuur Oudegracht tussen Jansbrug en Bakkerbrug begint in januari

De gemeente Utrecht begint volgende maand met het herstellen van het laatste stukje walmuur aan de westzijde langs de Oudegracht, tussen de Jansbrug en de Bakkerbrug. De werkzaamheden duren twaalf weken en moeten in april 2022 klaar zijn.

Een groot deel van de walmuur langs de Oudegracht tussen huisnummers 107 en 131 is vervangen tussen 2018 en 2020. Omdat toen bleek dat een van de werfkelders gebreken vertoonde, is de laatste 15 meter van de walmuur niet vervangen.

De gemeente en de eigenaar van de kelder hebben afgelopen jaar afspraken gemaakt over het herstel van de kelder en de walmuur. Daaruit is een aangepaste werkwijze gekomen, die de kans op schade aan de kelder heel klein maakt.

Januari

Medio januari wordt begonnen met het herstel van de laatste 15 meter walmuur. Eerst wordt de voorkant van de walmuur verwijderd en daarna worden de betonnen muren en de fundering aangebracht. Tot slot wordt het metselwerk van de walmuur afgemaakt. Met de aangepaste werkwijze die nu is gekozen, hoeft geen grondwater te worden weggepompt.

Als de werkzaamheden aan de walmuur klaar zijn, kan het straatwerk weer worden hersteld. De gemeente denkt dat de werkzaamheden zo’n twaalf weken duren, wat zou betekenen dat alles voor de zomer klaar is.

Overlast

De werkzaamheden zijn op werkdagen van 7.00 tot 16.00 uur, met soms een uitloop tot uiterlijk 19.00 uur. Het werk kan geluidsoverlast voor omwonenden veroorzaken, maar de gemeente probeert die naar eigen zeggen zoveel mogelijk te beperken.

Op straatniveau zijn er geen gevolgen voor de bereikbaarheid; de panden aan de werf blijven bereikbaar via de werftrappen. Ook afvalinzameling en bevoorrading via het water blijven gewoon mogelijk.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

AD: Eeuwenoud, maar een goed bewaard geheim: Utrecht vindt opnieuw verborgen straatkelders

Een bakker, historisch onderzoek en een ruim 100 jaar oude lijst hebben onderzoekers op het spoor gezet van onbekende kelders onder drie straten in de Utrechtse binnenstad. Om de eeuwenoude kelders te beschermen worden zware vrachtauto’s voorlopig geweerd uit de Zadelstraat, Hoogt en Haverstraat. 

De gemeente Utrecht is al enige tijd bezig met het in kaart brengen van straat- en werfkelders. Onderzoek met een grondradar bracht eerder tientallen onbekende holtes of kelders onder het wegdek aan het licht.

De laatste oogst zijn straatkelders onder de Zadelstraat, Hoogt en Haverstraat. De zeven kelders onder de Zadelstraat kwamen onderzoekers op het spoor na een bezoek aan bakkerij Blom. De kelder onder de bakkerij die wordt gebruikt in het productieproces en als opslag dient, bleek door te lopen tot onder de Zadelstraat. ,,Toen we verder gingen zoeken stuitten we op een aantal andere adressen ook op straatkelders’’, zegt projectleider Luc Mes.

Historisch onderzoek leerde het onderzoeksteam dat in de 16de eeuw voor de verbreding van de Gortsteeg tot de huidige Haverstraat enkele panden aan de zuidzijde zijn ingekort. ,,De kelders die onder de panden lagen en veelal werden gebruikt voor opslag, zijn toen onder het wegdek terechtgekomen’’, zegt Mes. In de Havenstraat hebben de onderzoekers vier kelders bezocht, maar mogelijk liggen er meer.

Filmhuis ’t Hoogt

Dat onder het Hoogt, het straatje dat naar het voormalige filmhuis ’t Hoogt loopt, een paar kelders moesten liggen, wisten Mes en zijn team door een lijst uit 1913 met adressen van straatkelders. Twee van de drie kelders  zijn inmiddels gevonden.

De ontdekking van de straatkelders is voor de gemeente aanleiding om een zogenoemde aslastbeperking in te stellen. Zware vrachtwagens zijn net als langs de grachten in de binnenstad, niet meer welkom in de de drie straten. Met de maatregel wordt het eeuwenoude erfgoed onder het wegdek beschermd.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

DUIC: Vrachtwagens in wervengebied voorlopig geweerd met tijdelijke maatregel

De gemeente Utrecht gaat vrachtwagens voorlopig uit het wervengebied weren met een tijdelijke breedtebeperking. De definitieve maatregelen laten op zich wachten, omdat er onder andere meer tijd nodig is voor overleg met de Veiligheidsregio Utrecht over manieren om het gebied voor nood- en hulpdiensten toegankelijk te houden.

In maart dit jaar heeft de gemeente een vrachtwagenverbod ingesteld, naast de aslastbeperking die al gold. Doel van de maatregelen is om monumentale kelders en werven in het gebied te beschermen. Zwaar verkeer kan de kelders en werven namelijk aantasten.

De gemeente plaatste in maart al op vier locaties waar veel vrachtwagens rijden tijdelijke breedtebeperkingen. “Het is steeds de bedoeling geweest om voor de zomervakantie definitieve breedtebeperkingen te realiseren bij de toegangen van alle straten waar een vrachtwagenverbod geldt”, aldus het college van B&W.

Het college concludeert nu dat er meer tijd nodig is om ‘tot een goede balans te komen’ tussen het weren van vrachtwagens, esthetisch goed in de historische binnenstad passende maatregelen en de toegankelijkheid voor nood- en hulpdiensten.

Breedtebeperking

Het plaatsen van verkeersborden – die duidelijk maken dat er een aslastbeperking en vrachtwagenverbod geldt – is volgens de gemeente niet voldoende om die tijd te overbruggen. Daarom wordt in het gebied ook nog een aanvullende breedtebeperking ingevoerd.

Bij alle straten in het wervengebied waar een vrachtwagenverbod geldt, komen uitneembare palen. Het is daardoor voor vrachtwagens fysiek onmogelijk op de straten met de monumentale kelders te komen, maar nood- en hulpdiensten nog steeds snel ter plaatse zijn.

Overleg

De gemeente gaat komende maanden in overleg met de VRU over de mogelijkheden voor definitieve maatregelen. In dat overleg gaat het onder andere over aspecten om de bereikbaarheid van het wervengebied en de binnenstad voor nood- en hulpdiensten te verbeteren.

Ook maatregelen om schade aan werven en kelders door voertuigen van hulpdiensten te voorkomen, komen aan bod. Het college hoopt in het derde kwartaal meer informatie over de definitieve maatregelen te hebben.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

AD: Niemand twijfelt aan noodzaak voor megaherstelplan van Utrechtse werven, maar wie gaat die half miljard betalen?

Het in erbarmelijke staat verkerende oude wervengebied in de Utrechtse binnenstad moet voor naar schatting tussen de 450 en 550 miljoen euro worden aangepakt. Niemand die de noodzaak van het herstel van het 900 jaar oude erfgoed ter discussie stelt. Maar de hamvraag is natuurlijk wel: wie gaat dat betalen? De gemeenteraad kon het daar donderdag nog niet over eens worden.

Het herstel van het erfgoed is al jaren een hoofdpijndossier. Rotte plekken, verzakkingen, scheuren in muren, de problemen zijn niet nieuw. Wordt er niets aan gedaan, dan storten de middeleeuwse kelders en werven letterlijk in. Om dit horrorscenario te voorkomen, werkt de gemeente al sinds 2013 met man en macht aan het herstel van het erfgoed. Maar de ene tegenslag was nog niet opgelost of de volgende diende zich alweer aan: verzakkingen, muren die slechter bleken dan gedacht en vooral ook: de kosten die almaar opliepen.

Een levensgroot probleem dus. Wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) presenteerde onlangs een megaplan dat er voor moet zorgen dat het wervencomplex voor de toekomst bewaard blijft. Het project gaat zo’n dertig jaar duren. De gemeente kan deze megaklus echter alleen klaren als zij samenwerkt met de keldereigenaren en juist die relatie heeft de afgelopen jaren zware klappen opgelopen. De eigenaren voelen zich door de gemeente op tal van punten in de steek gelaten, onder meer door schade vanwege zwaar verkeer dat over de grachten kon blijven rijden.

Kostenverdeling

Diepeveen stelt aan de gemeenteraad voor om de kosten van schade die veroorzaakt zijn door dat zware verkeer en een aantal andere punten die duidelijk als verantwoordelijkheid bij de gemeente liggen op zich te nemen. Maar voor het waterdicht maken van de kelders wil de gemeente dat de keldereigenaren ook voor de helft meebetalen. En voor eventuele andere schade moet volgens Diepeveen een deskundige de oorzaken laten vaststellen, ‘om tot een zo eenvoudig en eerlijk mogelijke kostenverdeling te komen’. 

Maar vooral over dat laatste verschillen de partijen in de Utrechtse gemeenteraad. Is dat wel verstandig? Leidt dat niet juist tot juridische procedures? Dan duurt het herstel alleen maar nog langer? Is het niet zonde dat beide partijen geld uitgeven aan een proces als een gang naar de rechter ook voorkomen kan worden?’ Moeten we als gemeente niet onze verantwoordelijkheid nemen? Het waren deze en talloze andere vragen die tijdens een commissiedebat op het stadhuis de revue passeerden over het zeer complexe en omvangrijke project. 

Gaat heel erg in de papieren lopen

,,De harde realiteit is dat het project veel geld kost,’’ zei D66-raadslid Ellen Bijsterbosch. ,,De kern van de samenwerking is dat we weer vertrouwen moeten opbouwen met de keldereigenaren.’’ Onder meer Bijsterbosch toonde zich kritisch richting de wethouder omdat hij op dit punt niet een aanbeveling van een commissie van wijzen heeft overgenomen. Die vindt dat de gemeente in de meeste gevallen voor de kosten moet opdraaien en eventueel zelf zou moeten bewijzen dat een oorzaak niet aan de gemeente ligt.

Enkele partijen spraken zich al duidelijk uit in hun wens dat de gemeente dan maar volledig aan de lat moet staan. ,,Had de gemeente maar niet zo laks moeten zijn in het verleden,’’ zei David Bosch van de PVV. Maar een partij als Student en Starter toonde zich voorzichtiger: ,,Als we ook deze aanbeveling van de commissie overnemen, gaat het heel erg in de papieren lopen. Dan zit de gemeente in een kwetsbare positie. En hoe moet dat dan? Want we hebben meer stedelijke opgaven als we als stad blijven doorgroeien.’’  

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Nieuwsberichten

TROUW: Herstel Utrechtse werven: ‘Wie niet investeert, verliest op den duur een rijksmonument’

Utrecht zet de komende jaren fors in op onderhoud van het negenhonderd jaar oude wervengebied. Werfkelders en -muren lijden zwaar door verkeer, woekerende boomwortels en achterstallig onderhoud. ‘In de middeleeuwen bestond veel meer collectieve verantwoordelijkheid.’

Het historische wervengebied in Utrecht is vergelijkbaar met altaarstukken uit de middeleeuwen, zegt stadsconservator René de Kam. Met dat verschil dat de eeuwenoude altaren alleen met handschoenen en speciale apparaatjes mogen worden beroerd en veilig weggeborgen zijn in het Centraal Museum. “Het wervengebied is net zo’n kunstwerk, maar daar loopt iedereen dagelijks overheen.”

Het wervengebied in Utrecht lijkt een vanzelfsprekendheid. Met ruim negenhonderd kelders, vier kilometer kade en een roemrijke geschiedenis is het – naast de Dom – de belangrijkste blikvanger van de stad. Maar de werven kampen al jaren met ouderdomsproblemen. Denk aan achterstallig onderhoud, schimmelige muren en scheuren door boomwortels en zwaar verkeer over de Oudegracht.

Moderne tijd

Werfkelders kraken onder de moderne tijd, zegt conservator De Kam. “Er is sprake van ‘normale’ veroudering, maar ook het gebruik ervan is door de eeuwen heen veranderd. Toen reden er handkarren en paardentrams overheen, nu zijn het vrachtwagens.” Voor de werven geldt hetzelfde als voor de Dom, zegt hij. “Je moet continu investeren om het erfgoed te behouden. Doe je dat niet, verlies je op den duur een Rijksmonument.”

Om dat te voorkomen zet de gemeente opnieuw fors in op herstel- en onderhoudswerkzaamheden. Kosten voor de gemeente en keldereigenaren bedragen de komende drie jaar 48 miljoen euro. Het volledige plan duurt dertig jaar en zal tussen de 450 en 550 miljoen kosten. Een ruwe schatting, want werken in erfgoed is onvoorspelbaar, aldus de gemeente: “Achter elke steen kan een verrassing vandaan komen.”

Wie de onderhoudskosten van de kelders moet betalen, is al jarenlang een punt van discussie. Moeilijkheid is het verdeelde eigendomsrecht. “Na de Tweede Wereldoorlog heeft de gemeente veel werven, werfmuren en -kades opgekocht”, zegt De Kam. “Het idee was om de onderhoudslast voor bewoners te verminderen en het belang van de monumentenfunctie te benadrukken.” Nu maakt dat de verantwoordelijkheidsvraag complex: keldermuren zijn gemeentelijk eigendom, maar binnenruimtes zijn van particulieren en bedrijven. “Het gebied is opgeknipt.”

Havenfunctie

Dit terwijl het gebied in de middeleeuwen juist fungeerde bij de gratie van collectieve verantwoordelijkheid. De werven hadden destijds een belangrijke havenfunctie en golden als economische A-locatie. Kooplieden losten er goederen –vis, bier, bakstenen – en sloegen ze op in de werfkelders. “Het functioneren van het gebied was dan ook van groot belang”, zegt De Kam. Particulieren waren elk verantwoordelijk voor hun eigen stuk werf, maar werkten wel nauw samen. “Dat moest ook: als Jan het er met de pet naar gooide, ging het ten koste van de zaken, dus zorgden buren ervoor dat hij zich goed gedroeg.”

Nu het collectief economisch belang is verminderd, ligt de kwestie ingewikkelder, ziet De Kam. “De verstrengeling van dat particulier bezit en openbare ruimte speelt daarin een rol. Een huiseigenaar zal eerder vinden dat de gemeente moet betalen als de grens tussen openbaar terrein en particulier eigendom diffuus is.”

De gemeente is voornemens de schade aan kelders door zwaar verkeer te betalen. Verder worden subsidiemogelijkheden onderzocht. Kosten voor het waterdicht maken van kelders moeten wel gedeeld worden met pandeigenaren, zo is het voorstel. De Kam heeft er twijfels bij. “Als enkele bewoners dwarsliggen, ontstaat al een probleem. Dan blijft het gebied kwetsbaar.” En ook na dertig jaar zal werfonderhoud altijd nodig blijven. “Het wervensysteem bestaat al generaties lang. De essentie is dat we ons daar met z’n allen voor moeten inzetten.”

“Als ik in de werfkelder rechtop sta, raakt mijn kruin het plafond. Sfeervol, maar als slaapkamer vind ik het te claustrofobisch. Ik gebruik de kelder als kantoor voor mijn drukwerkbedrijf. De locatie is heerlijk, aan de gracht is het heel rustig en groen tijdens de lockdown. Soms moet ik mezelf in m’n arm knijpen.

“In 2010 vonden we tijdens een verbouwing een ‘spookkelder’: een kelder die niet in het kadaster stond. Hoeveel daarvan nog in Utrecht bestaan, is niet precies bekend. Als kind stuitte ik al weleens op fundamenten bij het graven in de tuin, maar we dachten dat alles was volgestort. Toen we de kelder vonden hebben we de ruimte bij het huis betrokken. Dat was een ‘duivelsgeschenk’: bij slecht weer regende het in de kelder, het was een helse klus om ’m waterdicht te maken. Nog steeds hebben we een condensatieprobleem, maar goede ventilatie maakt een hoop goed.”

“Ik weet nog dat de ambtenaar vroeg: waar begint u aan? Maar ik wilde het. Ik kende de jazzkelders uit mijn jeugd, en ik dacht: als hier iets vrijkomt, begin ik er een theater.

“Ik wilde dat het theater de sfeer zou ademen van de jaren dertig en veertig, de tijd waarin cabaret nog in cafés plaatsvond. Algauw stonden Youp van ’t Hek, Bert Visscher en Hans Liberg hier. Ze vonden het een unieke plek. Het is ook fantastisch, ik heb er zelfs een lied over geschreven: Daar bij die grachten / zo dicht langs het water / daar onder die bomen / van de oeroude gracht.

“In het begin waren de suikerzakjes nog weleens vochtig. Dat is opgelost met een luchtcirculatiesysteem. De drankenboer komt inmiddels met de boot, zijn vrachtwagen mag de binnenstad niet meer in. Ik heb er geen moeite mee, zolang mensen gewoon naar ons theater kunnen komen. The show must go on.”

“Ik zit hier nu ruim vijfendertig jaar. Het is een inspirerende ruimte, ook vanwege de historie: ik heb gehoord dat de kelder vroeger werd gebruikt om lijken af te leggen, dat is een gek idee. Toen ik hier kwam werden de kelders amper gebruikt. Nu is er meer bedrijvigheid. Aan de overkant zit een muziekstudio, hiertegenover een textieldrukkerij. Er is ook meer toerisme.

“Mijn atelier heet De Moerbei, naar die grote moerbeiboom voor de deur. Aanvankelijk zaten we hier met drie kunstenaars, dat is bijna niet voor te stellen in zo’n kleine ruimte. Je kunt hier ook niet wonen, maar als atelier is het perfect. Mijn buurman woont wel in zijn kelder.

“Ik maak beelden van hout en steen, ook in opdracht. Soms vind ik hout in de omgeving van Utrecht, daar maken wij weer iets moois van. Ik werk vaak buiten, er komen regelmatig eendjes langs. Eentje heb ik Donald genoemd, de ander Katrien, die herken ik altijd.”

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door: