Constituerend beraad

Verslag online constituerend beraad over de instelling van de commissie van wijzen wervengebied

29 oktober 2020

Aanwezig

Commissie van wijzen: Hans Hofhuis, Jan Rots, Ton van Snellenberg. Keldereigenaren: Marijk van der Wende, Peter Hustinx, Maarten van den Oever. Gemeente: Eelko van den Boogaard, Annemieke van Noort, Guus Meijer

Annemieke van Noort opent het overleg
Ze deelt mee dat de beoogd secretaris langdurig is uitgevallen. De gemeente zal snel iemand aanwijzen.

Peter Hustinx merkt op dat het amendement van de gemeenteraad niet bij de stukken is bijgevoegd. Afgesproken wordt dat het amendement wel als bijlage bij de opdracht worden gevoegd.

Eelko van den Boogaard licht toe dat het college van B&W dinsdag heeft ingestemd met de samenstelling van en concept opdracht aan de commissie van wijzen. Eelko bedankt, namens het college, de commissieleden voor hun bereidheid om de eigenaren en gemeente over deze complexe vraagstukken te adviseren. Hij benadrukt het belang van het advies om te komen tot draagvlak en duurzame samenwerking in het beheer en behoud van het wervengebied. De concept opdracht kan, op basis van dit overleg, nog worden gewijzigd. Wethouder Diepeveen heeft mandaat voor het vaststellen en ondertekenen van de opdracht.

Kennismaking

  • Hans Hofhuis is bijna 40 jaar werkzaam geweest bij rechtbanken, onder meer als president van de rechtbanken Den Haag en ‘s-Hertogenbosch en als vicepresident van de rechtbank Utrecht. Hij was betrokken bij veel bouwzaken en zaken over samenwerking tussen overheden en particulieren over ondernemingsrecht. Doet nu nog diverse arbitragezaken en was tot begin dit jaar betrokken bij de behandeling van bezwaarschriften over de mijnbouwschade in Groningen.
  • Jan Rots, hoogleraar Constructiemechanica aan de TU-Delft; geeft onderwijs, waarin onder meer aan de orde komt dat kracht en vorm goed moeten zijn afgestemd. De bogen en gewelven zoals bij de Utrechtse werven zijn vanuit dat principe prachtige constructies. Daarnaast doet hij onderzoek naar bezwijkveiligheid van beton en metselwerk en maakt daarvan modellen en doet proeven. Hij doet ook onderzoek naar bruggen en woningen in Groningen als gevolg van de gaswinning. Daarbij gaat het om veiligheid en schade. In een situatie van belangentegenstellingen wordt gezocht wordt naar koppelkansen.
  • Ton van Snellenberg was bestuurskundige bij de TU Twente en nu programmamanager bij de gemeente Enschede voor de invoering van de nieuwe omgevingswet. Hij is naar de gemeente Enschede gekomen
    kort na de vuurwerkramp vanuit regelgeving, handhaving en vergunningen na vuurwerkramp. Daarna werd hij programmamanager voor de wederopbouw van de wijk Roombeek. Daarbij speelde de vraag: wat doe je publiek-privaat samen en wat doe je apart van elkaar?
  • Peter Hustinx is pandeigenaar/bewoner aan de Nieuwegracht, al langer bezig met de bescherming van de werven en het weren van het zwaar verkeer, was advocaat in Amsterdam.
  • Marijk van der Wende is pand- en keldereigenaar aan de Nieuwegracht en Hoogleraar hoger onderwijs bij de universiteit van Utrecht.
  • Maarten van den Oever is pand- en keldereigenaar aan de Oudegracht, politicoloog, heeft een vastgoedbedrijf in België en is gespecialiseerd in monumentenrestauratie.
  • Guus Meijer werkt als jurist bij de gemeente Utrecht, is gespecialiseerd in publiekrecht, bouwrecht, civielrecht en aanbestedingsrecht en is juridisch adviseur voor het programmateam wervengebied.
  • Eelko van den Boogaard werkt bij de gemeente Utrecht als programmamanager wervengebied en sinds 20 jaar bij de gemeente manager in ‘gedoe en complexe opgaven met veel partijen, belangentegenstellingen en media’. Hij geeft een korte toelichting op de aanleiding tot het plan van aanpak om te komen tot een programmaplan en benoemd de hoofdtrajecten voor onderzoek naar kelders, muren, verkeer en samenwerking en de verhouding van die andere onderzoeken met de commissie van wijzen.
  • Annemieke van Noort werkt bij de gemeente Utrecht als omgevingsmanager wervengebied en vormt de verbinding tussen het programma en de omgeving waarbij keldereigenaren heel belangrijke stakeholders zijn.

Toelichting op de duiding en context van de opdracht

Maarten van den Oever schetst verschillende perspectieven die bestaan en waarvoor de commissie van wijzen gesteld staat. Het begint bouwtechnisch. De stad is ontstaan door opsluiting tussen twee rivieren en sinds de aanleg van de keersluis 1609 is hier een constant waterpeil en daaraan hebben we veel van onze problemen te danken. Daarom zijn alle kelders en werven op een bepaald niveau gebouwd en door dat niveau zijn dingen gebeurd die je niet zou willen. De werven zijn 500 jaar ongestoord in gebruik geweest voor handel en aan- een afvoer. Door het gebruik werden ze ook beheerd.

In de 20e eeuw verandert het gebruik drastisch, worden kelders niet meer gebruik en treedt verval op. De stad groeide van 50.000 naar 400.000 inwoners, het gebruik werd intensiever en de belasting met zwaar verkeer neemt toe. De toplagen drogen uit en er ontstaat lekkage.
Het wervengebied met de kelders is niet opgebouwd uit een rij van 800 constructies, maar naast iedere boog staan twee muren die onder druk worden gehouden door de bogen. Als een boog wordt vervangen door een rechthoekige kelder dan ontstaat ongelijkmatige druk en dat kan niet ongestraft. Dat gebeurde dus wel. Doordat veel eigenaren van grachtenpanden de kelder niet meer gebruikte voor handel, worden kelders anders gebruikt, bijvoorbeeld voor bewoning of als kantoor met een andere belasting. De combinatie van ander gebruik, onvoldoende beheer en zwaardere belasting door verkeer leidt tot knelpunten, waarbij onduidelijk is of de eigenaar zijn kelderdak niet goed heeft onderhouden. Of heeft de gemeente het wegdek niet nat genoeg gehouden of onvoldoende het zwaar verkeer geweerd. Wie is verantwoordelijk voor een inzakking van de weg. Kan door deze combinatie wel 1 schuldige worden aangewezen, dat is zeer de vraag. Er ontstonden incidenten die hebben geleid tot juridisering van de problematiek en dat heeft niet geholpen.

Op een gegeven moment was er opzichtig falen van de gemeente Utrecht, bijvoorbeeld bij de Kromme Nieuwegracht en Paushuize. Door de verkeerde techniek, werd de boel onderspoeld en gingen muren zakken en schuiven. Incidenten die veel aandacht kregen, maar niet de kern zijn. Op de Nieuwegracht en Kromme Nieuwegracht werd de weg afgezet vanwege scheuren in en inzakken van kelders. De gemeente pakte dat ook niet slim aan. Zijn dit incidenten of is er een bredere problematiek?
De vraag is ook, wat is de functie van het stadscentrum. Ontmoeten, handel drijven, bedrijven van democratie zoals overleg en demonstratie, geheugen van de stad. Het centrum heeft een functie met erfgoed dat bewaard moet blijven. Mobiliteit en bereikbaarheid blijft belangrijk. Er is een belangentegenstelling in het gebruik van het centrum. Veiligheid van het centrum is een belangrijke voorwaarde. Belangrijk is dat het in standhouden van het centrum betaalbaar zijn. Als alle 800 kelders grondig verbouwd moeten worden. Wie gaat dat betalen? Over de historie van de commissie van wijzen: Het is een initiatief van een grachtenbewoner dat is overgenomen door college en raad. Een van de vragen gaat over de samenwerking tussen eigenaren. De oplossing is niet juridisering. Er zijn tegenstelling tussen burger en de gemeente. Maar ook belangentegenstellingen tussen keldereigenaren en gebruikers van de binnenstad. Maar de juridische oplossing gaat niet helpen. Er is een groter probleem. We moeten ons afvragen. Er is een duurzame beheeroplossing nodig voor tientallen jaren.
Technische aard is ook een probleem, maar niet de opdracht van de commissie van wijzen. Stel dat de problemen worden veroorzaakt door het schuiven van grond onder de kelders, of door sociologische problemen waardoor alle kelders tegelijkertijd verwaarloost zijn dan hebben we een probleem dat mogelijk niet oplosbaar is. En moet dat wel? Of moeten we ermee leren leven
Wat is de ware aard van het probleem. Is dat er wel? Weten we dat wel? Of het een juridisch probleem is, betwijfel ik. Of een probleem van urban development waarbij de stad een filosofie moet hebben over wat ze met het centrum aan willen. Heeft de stad wel een visie op het stadcentrum. Een andere ingang is de bestuurbaarheid van het probleem, op te lossen met een aanpak, ik betwijfeld dat. Of is het een sociaal politiek probleem, zoals Cees Hilberdink betoogde en heeft opgeschreven in het stuk Werk in Uitvoering (als bijlage bijgevoegd). Waarvoor je groepen in de stad met elkaar moet verenigen
De voorgeschiedenis is slecht. Er is veel rancune. Veel mensen zijn boos. Weinigen doen mee in overlegstructuren. Er moet overleg komen. De vraag is wat de strategie is om dat op te lossen. Juridisch? Een moratorium. Keldermeesters die de lopende zaken afhandelen en arbitreren? Ik geloof zelf het meest in een duurzaam beheersplan voor de komende 50 jaar. Waarmee samenwerking ontstaat en de boosheid oplost.
(De een dag door Maarten van der Oever toe gestuurde tekst ‘De zwaan die zingt voor een goed begin’ is als bijlage toegevoegd)

Peter Hustinx licht toe dat hij bij het opstellen van de opdracht de onafhankelijkheid van de commissie steeds voor ogen heeft gehouden. In het begin hadden we nog de neiging om de commissie aanwijzingen te geven wat ze wel en niet moesten doen. Dat was erop gericht om ervoor te zorgen dat eigenaren aan het woord

konden komen. Op een gegeven moment heeft Marijk gezegd: luister je moet gewoon vertrouwen hebben in de commissie, dat zijn mensen die weten hoe ze daarmee om moeten gaan, laat het helemaal aan hen over. De neutraliteit van de opdracht van de gemeenteraad is natuurlijk duidelijk. Hij ziet daar de opdracht in om voor de toekomst de samenwerkingsvorm voor te bereiden. De onafhankelijkheid van de commissie is opgelost door deze commissieleden te kiezen. In de opdracht is geprobeerd de onafhankelijkheid te steunen door het vaststellen van de werkwijze aan de commissie over te laten. Belangrijk is de goede communicatie met de eigenaar en het herwinnen van hun vertrouwen. Hij vindt het belangrijk dat de vraagstelling zo neutraal mogelijke wijze wordt gepresenteerd en heeft zich er tegen verzet om visies over de uitkomst van het advies niet in de opdracht worden opgenomen.

Marijk van der Wende vertelt dat Utrecht een bijzondere stad is om te wonen. Door hier, sinds vijf jaar, te wonen word je je bewust van de historische waarde en het rentmeesterschap, de verantwoordelijkheden als eigenaar om te zorgen voor het onderhoud en in stand houden van het erfgoed. Opvallend is dat soms grote vrachtwagens over de grachten rijden. Dat gaat alleen goed als de publieke en private partners er samen de schouders onder zetten om het goed te krijgen en te houden. Juridisering helpt daarbij niet. De opdracht is tweeledig. Natuurlijk is het goed om een aantal zaken met een juridische achtergrond over verantwoordelijkheden uit te zoeken. Even belangrijk is om samen en harmonieus voor de toekomt te zorgen voor beheer en behoud. Ze verwijst daarbij naar de Boston commence. Ze heeft in de voorbereiding bepleit om de commissie een multi disciplinaire samenstelling te geven. Ze heeft veel vertrouwen in de eigen afweging van de commissie.

Eelko van den Boogaard licht toe dat het een goed idee van Peter was om een commissie van wijzen in te stellen en een goed idee van de gemeenteraad om de samenstelling van de commissie en het bepalen van de opdracht samen met keldereigenaren te doen. De kans was anders groot geweest dat was besloten tot een opdracht aan een juridisch bureau of aan een commissie met drie juristen en een opdracht die minder op samenwerking en meer op de samenwerkingsvorm was gericht. Het is er zo beter op geworden.
Utrecht bestaat over 2 jaar 900 jaar. Rond 1150 werden de eerste kelders gebouwd. Stadshistoricus Rene de Kam heeft in wandelingen en vaartochten veel over de het ontstaan van het wervengebied toegelicht. Het wervengebied is destijds door individuele particulieren gebouwd, maar in gilden zorgden de eigenaren gezamenlijk voor samenhangend beheer van de watergangen, werven, kelders en straten. Tegenwoordig doet iedereen zijn eigen stukje. Dat gaat niet goed en moet echt anders. De opgave is dat weer te veranderen naar samenhangend en gezamenlijk beheer. En dat gaat niet vanzelf. Daarvoor is nodig om eerst uit te gaan gezamenlijk beheer en behoud voor het hele gebied. Daarover verwacht hij advies van de commissie. Om dat te kunnen uitwerken is wel belangrijk om te weten hoe eigendom en verantwoordelijkheden liggen. En ook in die volgorde, anders blijven we doen wat we deden en blijft er wat er al was. En dat is niet de bedoeling. Het accent ligt op samenhangend herstel en behoud van het wervengebied als geheel en samenwerking. Pas daarna op verdeling van taken, verantwoordelijkheden, financiering, e.d. In de vraagstelling wordt benadrukt niet alleen uit te gaan van belangentegenstellingen, maar aandacht te besteden aan het gemeenschappelijke belang.
De stadshistoricus kon ook verklaren waarom het eigendom zo ingewikkeld is. De grens van veel werfkelders is niet gelijk aan de grens tussen de grachtenpanden. Vaak omdat de smalle panden van nu vroeger stegen waren. De kelders waren breder dan de grachtenpanden. Doordat later de stegen zijn bebouwd, ligt de grens van de werfkelders niet op de grens tussen de grachtenpanden. Ook zijn de doorgangen tussen de kelders onder de panden met de kelders onder de werven is niet altijd zichtbaar. Recent zijn weer nieuwe kelders ontdekt. Het Kadaster weet niet van alle kelders wie de eigenaar is en het staat het ook niet altijd in koopovereenkomsten. Van veel kelders is dus de eigenaar niet bekend, terwijl daar wel beheer en onderhoud nodig is.
Om een goed beeld te vormen van de problematiek en complexiteit en bij te dragen aan vertrouwen en draagvlak wordt de commissie gevraagd de eigenaren in het wervengebied en de gemeente bij het adviesproces te betrekken en eigenaren nadrukkelijk uit te nodigen om casussen, vragen en zorgen met de commissie te delen. Zodat de commissie een goed beeld vormt over wat er speelt en in algemene zin kan adviseren, bijvoorbeeld ten aanzien van waterdicht maken van kelders, belasting door verkeer, schade, aansprakelijkheid, financiering van herstel en beheer, voorzorgsmaatregelen bij het beheer en herstel van werven, kelders en wal en kluismuren. Desgewenst kunnen onze omgevingsmanagers en communicatiemedewerkers de commissie faciliteren in de communicatie van de commissie met en het betrekken van bewoners en eigenaren. Belangrijk is dat de commissie, ook in de beeldvorming, onafhankelijk

is. We hebben op geen enkele wijze de intentie om op wat voor manier dan ook de uitkomst van het advies te beïnvloeden.
De scope van de opdracht is de samenhang en samenwerking in het herstel en beheer van de historische en monumentale werven. Binnen het programma wervengebied zijn expertteams die onderzoek doen naar de stabiliteit en draagvermogen van kelders, naar het herstel en de uitvoeringsmethode van de wal- en kluismuren en naar het terugdringen van zwaar verkeer. Het is niet de taak van de commissie afzonderlijk de uitkomsten van de technische onderzoeken naar kelders en verkeer te beoordelen. Tegelijk met het plan voor het wervengebied wordt door de gemeente een Omgevingsvisie binnenstad, een Mobiliteitsplan en een uitvoeringsprogramma goederenvervoer gemaakt. In die plannen komt de visie op de functies en het gebruik van de binnenstad. Dat is niet de scope van het programma wervengebied en daarmee ook niet van de commissie van wijzen. De plannen en onderzoeken kunnen wel van belang zijn voor het advies over samenwerking, eigendom en verantwoordelijkheden. Desgewenst kan de commissie worden geïnformeerd over de inhoud van die plannen en onderzoeken.

Hans Hofhuis bedankt voor het vertrouwen in hem en in de commissie. Hij constateert dat de vraag aan de commissie breed en mooi is, maar ook veelomvattend. Dat vereist dat de commissie goed de hoofdlijnen bewaakt, met oog voor details. Dat is ook nodig om in april het advies af te hebben. Hij geeft aan geen voorstander te zijn van juridisering en van het “toernooimodel” met strijdende partijen. Dat geeft de rechtstoepassing soms een slechte naam. De opdracht aan de commissie betreft niet in de eerste plaats een probleem van aansprakelijkheid waar een juridisch antwoord bij hoort. Het recht omvat méér dan het beslechten van geschillen; het beoogt ook het brengen vrede en harmonie op een geordende manier. Om duurzame en houdbare voorstellen te doen, rekening houdend met de belangen. Het recht kan daarbij helpen. In de uiteenzettingen van bewoners is gesproken over de vragen: wat is een stad, wat wil je met een stad en van wie is de stad? De gemeente is de hoeder van het algemeen belang en tegelijkertijd wonen, werken en verblijven daar mensen. Los van juridische verhoudingen spelen mensen daarin een rol. In de opdracht en de achterliggende stukken komt dat goed naar voren.

Ton van Snellenberg gaat ook alvast in op de opdracht. Over de betrokkenheid: Hij had zich niet gerealiseerd dat er bij eigenaren weinig vertrouwen is, maar tegelijkertijd wel wordt verwacht dat eigenaren actief worden betrokken en inbreng geven. Is de verwachting dat de commissie input ophaalt bij alle 800 keldereigenaren afzonderlijk, of een algemene oproep via de website, of moet de commissie met een plan komen?

Over de breedte: Gaat de opdracht over het voorkomen van schade en gevaar voor het in stand houden van het erfgoed of gaat het ook over het gebruik van het hele gebied en het leven en de bruisendheid? Dat maakt uit voor de samenwerking.

Jan Rots benoemd dat de gekozen multi disciplinaire samenstelling belangrijk is om tot een goed advies te komen. Het wantrouwen moet weggenomen worden, eigenaren moeten zich gehoord voelen en weten dat er iets mee gedaan wordt. Hij realiseert zich dat het niet de taak van de commissie is om onderzoeken naar de stabiliteit van kelders te doen of daar uitspraken over te doen. Om het advies te kunnen geven is wel informatie nodig over de fysieke constructies en de onderlinge samenhang van de werven, kelders en bruggen, van de uitkomst van lopende onderzoeken en een overzicht van incidenten.

Over de scope:
Maarten heeft een voorkeur voor de brede invulling, ook over de functie en het gebruik van het wervengebied. Eelko licht toe dat de visie op de functie en het gebruik van de binnenstad nu, samen met alle betrokkenen wordt ontwikkeld voor de omgevingsvisie binnenstad. Die wordt parallel aan de plannen voor het wervengebied ontwikkeld. De gemeenteraad heeft bij de scope van het programma wervengebied besloten dat het gaat om de waarden veiligheid, erfgoed en functionaliteit (met name bereikbaarheid) en ook in die volgorde. De commissie wordt niet gevraagd te adviseren over de functies en gebruik van de binnenstad of het wervengebied, maar kan de ontwikkelingen wel in haar advies kan betrekken. De secretaris kan organiseren dat de commissie daarover wordt geïnformeerd met stukken of toelichtingen. Als gebruik en functies geen effect hebben op de monumentale werven valt het buiten de scope.
Marijk sluit zich daarbij aan en licht toe dat de visie op de stad en de functie en gebruik van de werven niet tot de scope horen, ook omdat het ook niet lukt om op redelijke termijn een advies te kunnen geven. Wel tot de opdracht behoort het beheer van kelders, de stadsverwarming, kabels en leidingen die dwars door de kelders lopen, de belasting door zwaar verkeer.

Over de communicatie en het betrekken van eigenaren:
Marijk licht toe dat het de bedoeling is dat de commissie zich richt op de eigenaren en beheerders, niet op de vele gebruikers. Naast keldereigenaren zijn dat eigenaren van de nutsvoorzieningen, stadswarming en kabels en leidingen die dwars door de monumentale kelders gaat. Of het heemraadschap als beheerder van het water. Eelko sluit zich hierbij aan.
Peter verwijst voor de communicatie naar een passage in de opdracht over de website van de gemeente die gebruikt kan worden. Hij bepleit dat de commissie op neutraal papier de eigenaren benaderd.
Eelko geeft aan de gemeente niet van alle kelders de eigenaren kent maar kan faciliteren in het versturen van brieven aan de bij de gemeente bekende keldereigenaren.
Eelko licht toe dat de commissie niet alle 800 keldereigenaren hoeft te spreken. Wel is de vraag om actief eigenaren uit te nodigen voorbeelden, zorgen en vragen te delen. Zodat de commissie een goed beeld krijgt wat er speelt. En op basis daarvan algemene adviezen kan geven. De gemeente heeft via de website, nieuwsbrieven en een huis aan huis wijkbericht daartoe al opgeroepen en vraagt eigenaren waarmee contact is daar ook nadrukkelijk om.

Over de onderzoeken:
Marijk benoemt dat door de gemeente recent onderzoek is gedaan naar haar kelder en daar een mooi rapport van is naar wat de staat is, wat er moet gebeuren en wat dat gaat kosten.
Eelko zegt toe te faciliteren dat de commissie wordt geïnformeerd over de onderzoeken naar kelders en werven. Er zijn historische gegevens, er wordt nu onderzoek gedaan naar stabiliteit en draagvermogen van kelders. Er is een inventarisatie van oorzaken van de achteruitgang van kelders en de oorzaken van schade en lekkage. De commissie kan in contact worden gebracht met het expertteam dat bestaat uit RHDHV, Antea en Witteveen en Bos.

Opdracht

Ton wijst erop dat in de opdracht over de samenwerking staat (…) de mogelijke samenwerkingsvorm van

eigenaren en de gemeente bij het toekomstig, beheer en onderhoud van het wervengebied. Dat gaat alleen

over de toekomst en niet over de samenwerking bij het herstel. Is dat ook de bedoeling?

Voorgesteld wordt om dat te wijzigen in (…) bij het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.” Zo was

dat al bedoeld. Het zou ook raar zijn om bij het herstel de komende jaren van werven, muren en kelders nog

niet te gaan samenwerken.

Iedereen stemt in met aanpassing van de opdracht op dit punt.

Hans vraagt of welbewust is gekozen voor eigenaren en niet voor bewoners. Zijn de eigenaren georganiseerd?

Is de verwachting dat de commissie alle eigenaren uitnodigt?

Eelko en Marijk lichten toe dat nadrukkelijk gekozen is voor eigenaren en niet voor bewoners. En dat niet

verwacht wordt dat de commissie alle eigenaren spreekt, maar hen wel uitnodigt om de commissie te

informeren over voorbeelden, vragen en zorgen.

Eelko geeft aan dat de gemeente kan faciliteren in het benaderen van de eigenaren door de commissie.

Peter geeft aan dat er door de gemeente werkgroepen worden ingesteld op iedere gracht met

keldereigenaren. De werkgroepen kunnen worden benaderd.

Peter stelt voor de bijlage met de vraagstelling geen onderdeel van de opdracht te laten zijn, maar te zien als

bijdrage van de gemeente.

Eelko bepleit de vragen als bijlage te behouden en licht toe dat het open vragen zijn over relevante

vraagstukken waarop het belangrijk antwoord te krijgen om tot samenwerking te kunnen komen.

Hans licht toe dat de vraagstelling behulpzaam is voor de commissie en dat de commissie zich voornamelijk zal

richten op de hoofdvragen.

Peter en Maarten kunnen zich daarin vinden.

Afgesproken wordt dat Hans nog enkele detailopmerkingen voor kleine wijzigingen van de opdracht aan Eelko en Annemieke stuurt.

Geconcludeerd wordt dat overeenstemming is over de opdracht aan de commissie van wijzen

Ondertekening en communicatie

Afgesproken wordt dat Guus vrijdag de definitieve opdracht aan iedereen toestuurt, met het verzoek om digitaal te ondertekenen.

Iedereen stemt in met het persbericht en de raadsbrief.
Annemieke licht toe dat er ook een nieuwsbrief aan bewoners en eigenaren in het wervengebied met een vergelijkbare inhoud verstuurd zal worden. En er komt een bericht in de wervenapp en op de website. Als de ondertekening gereed is worden raad, pers en eigenaren geïnformeerd. Naar verwachting wordt dat maandag. De berichten worden ook aan de commissieleden en voorbereidingsgroep gestuurd.

Tot slot

Marijk roept de commissie op om langs de grachten te wandelen en de verschillen in functie, samenhang te bekijken (Oudegracht, Nieuwegracht, Kromme Nieuwegracht).

Hans kondigt aan dat commissie een eerste overleg gaat hebben en de gemeente een lijstje gaat geven met verzoeken voor stukken, toelichtingen, overleggen, e.d.

Eelko licht toe dat deze week de beoogde secretaris ziek is en langdurig is uitgevallen. De gemeente is op zoek naar een vervanger en tot die tijd zijn Eelko en Annemieke contactpersoon voor de gemeente, ter vervanging van de secretaris.

Eelko bedankt de leden van de voorbereidingsgroep voor de inbreng en inspanning. De samenwerking heeft een betere commissie en opdracht opgeleverd. Juist door soms de scherpte op te zoeken, vanuit verschillende belangen en invalshoeken kritisch te blijven kijken. De voorbereidingsgroep is na de ondertekening opgeheven. De deelnemers aan de voorbereidingsgroep zullen worden uitgenodigd bij de presentatie van het advies door de commissie komend voorjaar.

Eelko wenst de commissie van wijzen veel wijsheid en succes.

Bijlage

  1. Werk in Uitvoering door van Hilberdink
  2. De zwaan die zingt voor een goed begin van Maarten van der Oever