Kostenregeling Werfkelder (eerder waterdicht gemaakt)

Gedurende het grootschalige herstelplan in de jaren negentig waar circa 500 kelders aan meededen, was de kostenregeling als volgt. Voor rekening van de keldereigenaar kwamen de kosten van het herstel van scheuren en het waterdicht maken. Voor rekening van de gemeente kwamen alle overige kosten, waaronder het afzetten van de weg, alle grond- en straatwerkzaamheden, de aanleg van een drainagesysteem en hemelwaterafvoeren, het herstel van de werfmuur en de aansluiting van de werfmuur op het gewelf, etc.

In de jaren negentig was veel minder bekend (bij keldereigenaren) over de oorzaken van schade aan de constructie van de werfkelder. De algemene consensus was dat de hoofdoorzaak het te zware verkeer was. Uit de stukken blijkt dat men zich niet bewust was welke impact het droogleggen van de grachten in de jaren tachtig (bij het aanleggen van het grachtenriool) op de constructie van de kelders heeft gehad en dat dit tot scheurvorming kon leiden. Was men daar meer van bewust geweest, was mogelijk de kostenregeling anders uitgevallen. Het jaren negentig project omhelsde niet alleen het herstel van de kelders, maar ook het beëindigen van het zware verkeer over de grachten. Uit de stukken blijkt dat de gemeente zich had gecommitteerd om het vrachtverkeer dat zwaarder is dan de toegestane 1000kg. wieldruk te weren.

Duidelijk is geworden dat de gemeente haar handhavingsplicht de afgelopen decennia heeft verzaakt. Ook is gebleken dat er gedurende de werkzaamheden aan de kademuren verzakkingen hebben opgetreden en dat de normeringen qua trillingen zijn overschreden. Mede op basis van voorgaande was het niet voor niks dat de onafhankelijke onderzoekscommissie de Commissie van Wijzen op basis van de huidige wetgeving tot het oordeel is gekomen dat de gemeente voor de kosten voor het herstel van de kelders moet opdraaien, tenzij de gemeente kan aantonen dat de schade is veroorzaakt door de keldereigenaar.

Uit de enquêteresultaten blijkt dat keldereigenaren (met inbegrip van keldereigenaren die niet eerder hun kelder hebben laten herstellen) een eigen bijdrage van 5% schappelijk achten. Echter veel keldereigenaren die reeds eerder hun kelder hebben laten herstellen geven een percentage van 0% op, omdat hen de mening is toegedaan dat de gemeente alle herstelkosten moet dragen. Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel (90%) van de keldereigenaren vindt dat de gemeente alle kosten voor haar rekening moet nemen.

Op basis van alle informatie en input is de algemene consensus dat de kostenregeling voor een werfkelder die reeds eerder hersteld is en waterdicht is gemaakt en die thans weer schade aan de constructie vertoont en/of lek is geraakt als volgt is:

Voor rekening van de gemeenteVoor rekening van keldereigenaar
– Herstel van scheuren in het gewelf en keldermuren (met inbegrip van de aansluiting tussen werfmuur en gewelf)
– Aanbrengen nieuwe waterdichte laag op het gewelf en/of reparatie van huidige waterdichte laag
– Herstel van scheuren in de vloer
– Herstel van de werfmuur en werkzaamheden aan de fundering ervan
– Impregnatie van metselwerk
– Alle grond- en straatwerkzaamheden
– Verbetering en werkzaamheden aan drainage en waterafvoeren
– Werkzaamheden aan leidingen en stadsverwarming
– Afzetten van de straat en tijdelijke logistieke en verkeersmaatregelen
– Kosten qua management, communicatie, aanbesteding, overhead, etc
– Overige kosten en meerwerk

– Afwerking binnenzijde werfkelder
(tenzij keldereigenaar kan aantonen dat schade veroorzaakt is door de gemeente)
– Hang- en sluitwerk
– Ruiten van kozijnen in de werfmuur